ECLI:NL:GHSHE:2008:BG5012
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- H. Den Hartog Jager
- A. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en woonbelang van een gehandicapte zoon in het kader van ontbinding huurovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst. De zaak betreft een huurder die in zijn woning een hennepkwekerij exploiteerde, wat door de verhuurder, de stichting Woningstichting [Y.], werd aangevoerd als ernstige tekortkoming. De huurder, die een gehandicapte zoon [A.] heeft, heeft in de procedure gewezen op het woonbelang van zijn zoon. Het hof heeft eerder, in een tussenarrest van 28 augustus 2007, een deskundigenbericht gelast om de gevolgen van een eventuele ontbinding van de huurovereenkomst voor de zoon te onderzoeken.
De deskundige heeft gerapporteerd dat [A.] lijdt aan een ernstige cognitieve ontwikkelingsstoornis en dat een gedwongen verhuizing ingrijpende gevolgen voor hem zou hebben. Het hof heeft in zijn beoordeling het woonbelang van de huurder en zijn zoon zwaar laten wegen. Het hof concludeert dat de ontbinding van de huurovereenkomst in dit geval niet gerechtvaardigd is, ondanks de ernstige tekortkoming van de huurder. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van de stichting af. Tevens veroordeelt het hof de stichting in de kosten van beide instanties, inclusief de kosten van het deskundigenonderzoek.
De uitspraak benadrukt het belang van het woonbelang van kwetsbare personen, zoals gehandicapte kinderen, in het huurrecht. Het hof geeft aan dat de huurder niet vrijgesteld is van zijn verplichtingen en dat herhaalde tekortkomingen in de toekomst tot andere afwegingen kunnen leiden. Deze uitspraak is een belangrijke overweging in de balans tussen de rechten van verhuurders en de bescherming van kwetsbare huurders.