ECLI:NL:GHSHE:2008:BG7131

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
K08/0267
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • P.A.M. Hendriks
  • G.A.M. Stevens
  • F.J.M. Walstock
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht ex artikel 12 Wetboek van Strafvordering inzake afpersing

In deze zaak heeft klager, wonende te Wijk bij Duurstede, een klacht ingediend ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering tegen de beslissing van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch om niet over te gaan tot vervolging van beklaagde, de burgemeester van [plaats]. Klager heeft op 8 februari 2008 aangifte gedaan van afpersing, die beweerdelijk door beklaagde is gepleegd. De hoofdofficier van justitie heeft op 29 mei 2008 aan klager medegedeeld dat er geen strafrechtelijk verwijt te maken valt aan het incassobureau of aan beklaagde, wat heeft geleid tot het indienen van een klaagschrift door klager op 3 juni 2008. Dit klaagschrift is op 6 juni 2008 ter griffie van het hof ingekomen.

De advocaat-generaal heeft in een schriftelijk verslag op 19 augustus 2008 geadviseerd om het beklag af te wijzen. Op 4 november 2008 is het klaagschrift in raadkamer behandeld, waarbij klager aanwezig was. Klager heeft verklaard dat hij onder bedreiging is afgeperst door een persoon die in opdracht van beklaagde handelde. Hij heeft betoogd dat hij nooit een overeenkomst met de gemeente heeft gesloten en dat hij onder druk is gezet om een rekening te betalen.

Het hof heeft de verklaringen van klager en de feiten uit het dossier in overweging genomen. Het hof concludeert dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor strafbare feiten die vervolging rechtvaardigen. Het hof is van oordeel dat verder onderzoek niet zal leiden tot nieuw bewijs. Daarom heeft het hof besloten het beklag van klager af te wijzen, wat op 2 december 2008 is uitgesproken. Mr. F.J.M. Walstock was niet in staat deze beschikking mede te ondertekenen.

Uitspraak

K08/0267
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Beschikking van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 2 december 2008 inzake het beklag ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager],
wonende te Wijk bij Duurstede,
hierna te noemen: klager,
over de beslissing van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch tot het niet vervolgen van:
[beklaagde],
burgemeester van [plaats],
hierna te noemen: beklaagde,
wegens afpersing.
De feitelijke gang van zaken.
Op 8 februari 2008 heeft klager aangifte gedaan van afpersing, beweerdelijk jegens hem gepleegd door beklaagde.
Op 29 mei 2008 is door de hoofdofficier van justitie aan klager bericht dat de zaak niet zal worden vervolgd, omdat geen strafrechtelijk verwijt te maken valt aan het incassobureau in kwestie, noch aan beklaagde.
Hierop heeft klager bij schrijven van 3 juni 2008 een klaagschrift ingediend bij het hof, ingekomen ter griffie van het hof op 6 juni 2008, met het verzoek de vervolging van beklaagde te bevelen.
De advocaat-generaal heeft in het schriftelijk verslag van 19 augustus 2008 het hof geraden het beklag af te wijzen.
Op 4 november 2008 is het klaagschrift in raadkamer van het hof behandeld in aanwezigheid van klager.
De advocaat-generaal heeft verklaard te persisteren bij het schriftelijk verslag.
De beoordeling.
Klager stelt in zijn schriftelijke aangifte onder bedreiging te zijn afgeperst. Hij wijst [beklaagde] als beklaagde aan, daar degene die hem afperste in opdracht van [beklaagde] opereerde. Klager stelt dat hij van een ambtenaar van de gemeente [plaats] een rekening voor geleverde artikelen ontving. Klager stelt echter nooit ergens voor te hebben getekend of een overeenkomst met de gemeente te hebben gesloten. Klager heeft de ambtenaar daarop gewezen, maar deze bleef erbij dat klager het geld moest betalen. Klager heeft daarna beklaagde op het gedrag van de ambtenaar gewezen en hem gevraagd dit te laten stoppen. Klager stelt dat beklaagde dit niet deed en op 4 december 2007 iemand op hem afstuurde om onder bedreiging het geld af te persen. Klager voelde zich geprest het geld af te staan, daar de persoon die bij hem kwam, dreigde met meer mensen te zullen terugkomen of klagers auto te zullen afpakken wanneer klager niet betaalde.
Beklaagde is terzake niet gehoord.
Uit het dossier is gebleken dat klager een aanslag van de gemeente [plaats] heeft ontvangen, daar klager een jaarrekening bij de gemeente heeft opgevraagd. Klager heeft deze aanslag niet voldaan, waardoor een aanmaning is gevolgd. Ook hierop is door klager niet gereageerd. Op 5 juni 2007 heeft de rechter het door [klager] ingestelde beroep tegen het door hem ingediende ongegrond verklaarde bezwaarschrift eveneens ongegrond verklaard, waarna [incassobureau] voor incasso is ingeschakeld. Een medewerker van dit bureau is bij klager geweest om het bedrag te incasseren. Klager stelt dat dit onder bedreiging heeft plaatsgevonden.
Het hof acht, gelet op de in raadkamer afgelegde verklaringen en de uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden, geen enkel wettig en overtuigend bewijs van een of meer strafbare feiten aanwezig om de vervolging van beklaagde te bevelen. Voorts mag naar het oordeel van het hof niet verwacht worden dat verder onderzoek nader bewijs zal opleveren.
Gelet op het vorenstaande dient het beklag te worden afgewezen.
De beslissing.
Het hof wijst het beklag af.
Aldus gegeven door
mr. P.A.M. Hendriks, als voorzitter,
mr. G.A.M. Stevens en mr. F.J.M. Walstock, als raadsheer,
in tegenwoordigheid van mr. K.J.J. Jochems, als griffier.
op 2 december 2008.
Mr. F.J.M. Walstock is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.