ECLI:NL:GHSHE:2008:BH9923
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Schaik-Veltman
- P. Venhuizen
- A. Vriezen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verzetvonnis inzake verzekeringspremies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X.] tegen een verzetvonnis van de rechtbank Breda, sector kanton, dat op 27 juni 2007 is gewezen. Het verzet was gericht tegen een verstekvonnis van 13 oktober 2004, waarbij [X.] werd veroordeeld tot betaling van achterstallige verzekeringspremies aan Univé. Het hof verwijst naar de eerdere vonnissen en de procedure in eerste aanleg. Bij memorie van grieven heeft [X.] drie grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van de eerdere vonnissen en niet-ontvankelijkheid van Univé in haar vordering. Univé heeft de grieven bestreden en bevestiging van het vonnis van 27 juni 2007 gevraagd.
Het hof heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld. Aangezien de vordering in eerste aanleg niet meer beliep dan € 1.750, kan [X.] op grond van artikel 332 Rv niet in het hoger beroep worden ontvangen. Dit leidt tot de conclusie dat [X.] niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep. Het hof heeft [X.] ook veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van Univé zijn begroot op € 251,-- aan verschotten en € 632,-- aan salaris advocaat.
De uitspraak is gedaan door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 november 2008, waarbij de betrokken partijen en hun advocaten zijn genoemd. Het hof heeft de zaak in het openbaar behandeld en de uitspraak is gedaan door de rolraadsheer.