ECLI:NL:GHSHE:2008:BQ6354
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Schaik-Veltman
- A. Venhuizen
- J. van Laarhoven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake asbest in dak van loods en woonhuis met betrekking tot erfgenamen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep met betrekking tot asbest in het dak van een loods en een woonhuis. De zaak was aanhangig gemaakt door de principaal appellanten, [A.] c.s., tegen de principaal geïntimeerden, [C.] c.s. De rechtbank Maastricht had eerder vonnissen gewezen op 17 mei 2006 en 2 mei 2007, waartegen [A.] c.s. in hoger beroep gingen. In hun memorie van grieven stelden zij vier grieven op en vroegen zij om vernietiging van de eerdere vonnissen en afwijzing van de vorderingen van [C.] c.s., met veroordeling van laatstgenoemden in de proceskosten.
[C.] c.s. bestreden de grieven in hun memorie van antwoord en stelden voorwaardelijk incidenteel appel in, met twee grieven en een verzoek tot toewijzing van hun subsidiaire vorderingen, mocht het principaal appel worden afgewezen. [A.] c.s. gaven een antwoord op het voorwaardelijk incidenteel appel. De zaak werd vervolgens ter zitting behandeld, waarbij partijen hun gedingstukken overlegden en om uitspraak vroegen.
Tijdens de procedure bleek dat [C.] was overleden, wat complicaties met zich meebracht voor de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het hof oordeelde dat het hoger beroep niet door of tegen de overleden partij, maar door of tegen diens erfgenamen moest worden ingesteld. Dit leidde tot de beslissing om de zaak naar de rol te verwijzen, zodat [D.], de erfgename, zich kon uitlaten over haar rol in de procedure en of zij ook namens de erfgenamen van [C.] wilde procederen. Het hof hield verdere beslissingen aan totdat deze kwestie was opgehelderd.