Het gaat in dit geding om het volgende.
ASE hield zich bezig met het onderhoud van vliegtuigen. Pendocs was tot eind juni 1998 statutair directeur van ASE, waarna zij is opgevolgd door [Y.]. In de periode waarin Pendocs directeur was van ASE was [X.] statutair bestuurder van Pendocs.
Op 22 september 1995 zijn ASE en Kredietbank (Nederland) N.V. overeengekomen dat ASE zich als pandgever zou verbinden aan de bank al haar vorderingen op derden te verpanden (productie 8 bij dagvaarding in eerste aanleg).
In 1997 is ASE in zwaar weer terechtgekomen. Naar aanleiding hiervan heeft [X.] contact gelegd met [A.], toen directeur van FFV (vanaf 14 april 1998 geheten Celsius Aviocomp Netherlands, hierna: CAN). Op 30 september 1997 is een overeenkomst tot stand gekomen tussen ASE, vertegenwoordigd door [X.], en CAN, vertegenwoordigd door [A.]. In de overeenkomst (productie 1 bij dagvaarding in eerste aanleg) is onder meer opgenomen dat CAN van ASE het onderhanden werk per 26 september 1997 koopt tegen de in gezamenlijk overleg vast te stellen marktwaarde, het gehele cliëntenbestand van ASE overneemt alsmede de in ASE aanwezige knowhow met betrekking tot commerciële zaken. In de overeenkomst is voorts bepaald dat alle niet uitdrukkelijk overgenomen zaken in ASE zouden achterblijven, terwijl ASE na overdracht van de verkoopafdeling aan CAN zelf voor een verdere interne reorganisatie zou zorg dragen, waarbij ASE op kosten van de CAN zou kunnen beschikken over de advisering van [Z.]. Deze overeenkomst diende voor 1 oktober 1997 te worden vervangen door een nader uit te werken uitgebreide overeenkomst.
Het bestuur van ASE heeft getracht een buitengerechtelijk crediteurenakkoord te realiseren. Uiteindelijk is met het merendeel van de crediteuren (maar niet met de fiscus en het GAK) een akkoord gesloten, inhoudende dat schulden tot een bedrag van fl. 1000 volledig zouden worden voldaan en schulden daarboven tot 25%.
Ter nadere invulling van de onder ?(c) genoemde overeenkomst van 30 september 1997 is bij overeenkomst van 10 oktober 1997 (productie 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) tussen ASE (vertegenwoordigd door [X.]) en CAN (vertegenwoordigd door [A.])onder meer overeengekomen dat ASE een factuur zal sturen aan CAN betreffende het onderhanden werk aan een Fokker 50 van Littoral, onder aftrek van fl. 50.000, welk bedrag reeds door CAN aan ASE was overgemaakt.
Bij overeenkomst van 12 november 1997 (productie 3 bij dagvaarding in eerste aanleg) zijn ASE (middels [X.]) en CAN (middels [A.]) in aanvulling op de onder ?(c) en ?(e) genoemde overeenkomsten als volgt overeengekomen:
"a. ASE draagt al haar goodwill, knowhow en cliëntenbestand hoe ook ontstaan of verkregen over aan FFV voor 30 juni 1998.
b. ASE verplicht zich gedurende 10 jaren na verkoop geen soortgelijke onderneming als het verkochte te bedrijven ().
c. FFV verplicht zich al het personeel van ASE en de managementovereenkomst met Pendocs BV onder gelijke of nader overeen te komen voorwaarden over te nemen voor 30 juni 1998.
d. FFV verplicht zich vanaf 30 juni 1998 de door haar te verkopen of te gebruiken onderdelen te betrekken bij ASE voor zover deze voor 30 juni 1998 nog aanwezig zijn onder aftrek van 25% van de door FFV te ontvangen of berekende verkoopprijs.
e. ASE vrijwaart FFV tegen alle aanspraken van derden jegens de door ASE over te dragen zaken. VOORWAARDEN Partijen zijn een koop- en verkoopprijs overeengekomen voor alle vorenstaande bestanddelen van f. 1,= (één gulden) welke bij ondertekening wordt voldaan en waarvoor door ASE kwijting zou worden verleend."
Bij overeenkomst van 5 november 1997 (productie 5 bij dagvaarding in eerste aanleg is tussen ASE (vertegenwoordigd door [X.]) en Mavras Lease BV (vertegenwoordigd door haar directeur [B.]) als volgt overeengekomen:
"Overwegende, - dat verkoper haar complete voorraad onderdelen volgens aangehechte lijst(en) wenst te verkopen aan koper, die deze voorraad wenst te kopen en in eigendom aan te nemen; - dat verkoper de verplichting heeft om maandelijks tenminste 1/6 (éénzesde) gedeelte van voormelde voorraad terug te kopen met een opslag van 15% (vijftien procent). Komen het volgende overeen: Koop en verkoop geschiedt voor de prijs van fl. 420.000 excl. BTW (vierhonderdtwintigduizend gulden) en zal bij ondertekening van deze overeenkomst per omgaand telefonisch worden betaald. De terugkoop bedragen zullen per maand worden gefactureerd voor het eerst op 30.11.1997 en eveneens per omgaande telefonisch worden voldaan."
[Z.] was tot 1 december 1997 bestuurder van Mavras. Voorts was [Z.] verbonden aan het accountantskantoor [C.] en Partners, de accountant van ASE.
Tussen ASE (vertegenwoordigd door [X.]) en Mavras (vertegenwoordigd door [B.]) is op 5 november 1997 een "schuldbekentenis wegens ter leen ontvangen gelden" (productie 7 bij dagvaarding in eerste aanleg) opgemaakt waarin ASE verklaart wegens ter leen ontvangen gelden aan Mavras schuldig te zijn het bedrag van fl. 95.425,77, en "zich te verbinden om van deze som aan de schuldeiser te zullen betalen een rente van negen procent per jaar". Tevens heeft Mavras zich toen verbonden de schuld tot voornoemd bedrag die ASE wegens een rekeningcourant-krediet verschuldigd was aan Kredietbank (Nederland) N.V. aan de bank te voldoen, onder voorwaarde dat de schuldenaar bij wijze van subrogatie aan Mavras al de rechten van de bank zou overdoen, te weten verpanding van de boekvorderingen van ASE en verpanding van de handelsvoorraden van ASE.
Op 10 november 1997 is een overeenkomst gesloten tussen Mavras (middels [B.]) en CAN (middels [A.]) (productie 11 bij dagvaarding in eerste aanleg). In deze overeenkomst is onder meer opgenomen:
"Overwegingen FFV beraadt zich omtrent de overname van de activiteiten van ASE () te [vestigingsplaats]. Ten gevolge van problemen van organisatorische aard bij het hoofdkantoor is FFV niet bij machte de overname af te ronden. FFV wenst de overname desondanks wel verder uit te werken en af te ronden. Voor een goede voortgang van de geplande overname is een werkkapitaal gemoeid van ca. fl. 1.000.000,= ter financiering van debiteuren, voorraden en inventaris. ML is bereid in deze kapitaalsbehoefte te voorzien tot het hoofdkantoor van FFV een beslissing heeft genomen. Voorwaarden ML verstrekt een eerste lening aan ASE van fl. 95.425,77 a 9% ter afbetaling van de Kredietbank en ter verkrijging van het eerste pandrecht op debiteuren en voorraden. (Reeds gebeurd). ML koopt de voorraden van ASE voor een bedrag van fl. 420.000 excl. BTW. FFV zal bij een akkoord van haar hoofdkantoor voor 1 januari 1998 alle verplichtingen van ASE jegens ML aflossen. FFV zal bij een akkoord van haar hoofdkantoor na 1 februari 1998 een risicopremie betalen aan ML van fl. 37.000 en alle verplichtingen van ASE jegens ML aflossen. FFV zal bij een niet doorgaan van de overname van ASE een risicopremie betalen aan ML van fl. 37.000 en haar uiterste best doen voor ML om de vorderingen van ML op ASE geïncasseerd te krijgen met name door de voorraad onderdelen te helpen verkopen middels de aan FFV bekende relaties ()"
Op 11 november 1997 is een overeenkomst (productie 10 bij dagvaarding in eerste aanleg) opgemaakt tussen ASE (vertegenwoordigd door [X.]) als verkoper en Mavras (vertegenwoordigd door [B.]). In deze overeenkomst is onder meer opgenomen:
" Overwegende - dat verkoper haar complete voorraad onderdelen heeft verkocht aan koper en - dat verkoper de verplichting heeft om maandelijks tenminste 1/6 (éénzesde) gedeelte van voormelde voorraad terug te kopen met een opslag van 15% (vijftien procent); - dat verkoper een leningsovereenkomst heeft afgesloten met koper van fl. 95.425,77 dd. 05.11.1997; - dat koper een tweede leningsovereenkomst wil afsluiten van maximaal fl. 400.000,= à 9% per jaar. Komen het volgende overeen
1. De tweede leningsovereenkomst zal een rekening-courant verhouding behelzen van maximaal fl. 400.000 afhankelijk van de kredietbehoefte van ASE en eindigen per 30.06.1998.
2. De rente zal maandelijks, aan het einde van iedere kalendermaand, worden berekend en in rekening-courant bijgeboekt.
3. Mavras Lease BV zal ten blijke van haar goedkeuring alle betalingen van ASE fiatteren. ASE mag geen enkele betaling zonder schriftelijke fiattering van Mavras Lease BV verrichten. Middels een brief zal zowel Kredietbank als de ING Bank hiervan op de hoogte worden gebracht.
4. Mavras Lease BV draagt deze fiattering over aan BV Accountants- en Administratiekantoor [C.] en Partners te Mijdrecht (de heer A. [Z.], AA of diens vertegenwoordiger(s)).
5. Mavras Lease BV krijgt het recht van voorkeur om de gehele inventaris over te nemen van ASE na overleg met de Belastingdienst, die voormelde inventaris heeft beslagen.
6. Bij een eventuele aanvraag van Uitstel van Betaling zullen vorenstaande verplichtingen als boedelschuld dienen te worden aangemerkt door de bewindvoerder en derhalve voorrang te hebben boven de concurrente en preferente overige vorderingen.
7. Indien de directie het onder 3 overeengekomen niet nakomt zal de betreffende overtreder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uit zijn verboden handeling voortvloeiende schade van Mavras Lease BV."
Mavras heeft een factuur gedateerd 28 april 1998 met als omschrijving "voorraad vliegtuigonderdelen ASE Maintenance BV zoals partijen bekend" ad fl. 483.000 exclusief BTW gezonden aan Airvo B.V., vanaf 1 juli 1998 genaamd Celsius Aviocomp [vestigingsplaats] BV. (productie 12 bij dagvaarding in eerste aanleg).
Tussen de aandeelhouders van ASE (waaronder Pendocs), [X.], ASE (vertegenwoordigd door Pendocs) en de Stichting Schuldsanering ASE i.o. (vertegenwoordigd door [A.]) is in juni 1998 een overeenkomst - met bijlagen - gesloten (productie 17 bij dagvaarding in eerste aanleg) waarbij de aandelen ASE door de aandeelhouders voor fl. 1,- verkocht werden aan de Stichting. In de overeenkomst is op bladzijde 2 opgenomen, dat de stichting voornemens is "een schuldsanering door te voeren teneinde daarna haar op grond van deze akte over te dragen aandelen over te dragen aan Airvo B.V. die na een succesvolle schuldsanering de activiteiten van de Vennootschap voort zal zetten mits dit op financieel verantwoorde wijze kan geschieden". In deze overeenkomst is met betrekking tot de koopsom onder 3 op bladzijde 3 het volgende opgenomen:
"De koopsom van de Aandelen is, op basis van gegevens verstrekt door [X.], als volgt tot stand gekomen:
a. Het eigen vermogen van de Vennootschap ultimo december 1996 beloopt volgens de jaarstukken van Moret Ernst & Young een bedrag van f. 343.000 (). Moret Ernst & Young heeft inmiddels kenbaar gemaakt dat uit voorlopig door Moret Ernst & Young opgestelde cijfers is gebleken dat het verlies van de Vennootschap in het jaar 1997 beloopt een bedrag van
fl. 590.000 (). Het eigen vermogen van de Vennootschap beloopt ten gevolge van afschrijving van dit verlies van het eigen vermogen een bedrag ad f. 247.000 negatief (). Het totaal van de intrinsieke waarde van de Vennootschap beloopt derhalve een bedrag van f. 247.000 negatief ().
b. Bij de vaststelling van deze intrinsieke waarde is rekening gehouden met een herwaardering van f. 154.000. Het betreft hier met name een herwaardering van de inventaris en voorraad en niet geactiveerde zaken waaronder goodwill etc., welke herwaardering tussen partijen wordt vastgesteld op een bedrag van f. 154.000 (). Ten gevolge van het voorgaande zou de totale koopsom belopen een bedrag van f. 93.000 negatief (). Hierdoor is de koopsom vastgesteld op f 1,- (zegge: één gulden). Bij de totstandkoming van de onderhavige overeenkomst is uitgegaan van de juistheid van de voornoemde gegevens verstrekt door [X.]."
De aandelen zijn vervolgens geleverd bij akte van 26 juni 1998, verleden voor notaris [Q.] te [vestigingsplaats 2.] (productie 18 bij dagvaarding in eerste aanleg).
Eveneens op 26 juni 1998 is opgericht de Stichting Schuldsanering ASE Maintenance (verder: Stichting Schuldsanering ASE). Volgens een uittreksel uit het handelsregister was [A.] vanaf 26 juni 1998 voorzitter van de Stichting, en [Z.] vanaf 4 augustus 1998 secretaris/penningmeester (productie 19 bij dagvaarding in eerste aanleg).
Volgens het verslag van de aandeelhoudersvergadering van de Stichting Schuldsanering ASE gehouden op 1 juli 1998 (productie 1 bij conclusie van antwoord Pendocs) – het hof begrijpt: de vergadering van de Stichting als houder van alle aandelen ASE - is [X.] per 26 juni 1998 ontheven van zijn verantwoordelijkheden als statutair directeur van ASE, terwijl per gelijke datum [Y.] is benoemd tot statutair directeur ter opvolging van [X.].
Blijkens een opgaaf van het handelsregister van de kamer van koophandel (productie 1 bij conclusie van antwoord [Y.]) heeft [X.] opgegeven dat per 1 juli 1998 [Y.] is gaan optreden als statutair directeur van ASE.
De Stichting Schuldsanering ASE heeft in juli 1998 aan de crediteuren van ASE een brief gezonden (productie 20 bij dagvaarding in eerste aanleg), getekend door [A.], met een voorstel betreffende afbetaling van de schulden van ASE aan de desbetreffende crediteur.
ASE heeft een factuur gedateerd 21 juli 1998 en betreffende "voorschot onderhanden werk 1 juli 1998" ten bedrage van
fl. 150.000 excl. btw gezonden aan CAN (productie 13 bij dagvaarding in eerste aanleg).
Op 3 augustus 1998 is een overeenkomst gesloten tussen CAN ([A.]) en Mavras ([B.]). In de overeenkomst (productie 36 bij dagvaarding in eerste aanleg) is onder meer opgenomen:
" IN AANMERKING NEMENDE DAT: - Partijen betrokken zijn bij de sanering van ASE () - M.L. per heden nog een vordering heeft op ASE van fl. 200.000; - M.L. geen druk op de debiteuren van ASE wil uitoefenen om de belangen van ASE en Celsius niet (onnodig) te schaden - Celsius er belang bij heeft dat de vordering van M.L. op korte termijn (binnen drie maanden) betaald wordt. KOMEN ALS VOLGT OVEREEN: 1. M.L. vermindert de met ASE overeengekomen rentepercentage van 9% per jaar tot 5% per jaar, maandelijks te voldoen. 2. M.L. draagt haar rechten (van de cessie debiteren) over aan Celsius Aviocomp [vestigingsplaats] door middel van een nader door [D.] op te maken overeenkomst. 3. M.L. en Celsius zullen wederzijds zich tot het uiterste inspannen om een eventuele schade zoveel mogelijk te beperken."
Na overdracht van de voorraden en het onderhanden werk van ASE aan CAN is de onderneming van ASE feitelijk voortgezet door CAE. CAE heeft het personeel van ASE overgenomen alsmede de huurovereenkomst met betrekking tot de bedrijfsruimte van ASE.
Bij brief van 1 oktober 1998 (productie 21 bij dagvaarding in eerste aanleg), getekend door [Z.], heeft de Stichting Schuldsanering ASE aan de Belastingdienst Ondernemingen [vestigingsplaats] – die een pandrecht had op de inventaris van ASE - een voorstel gedaan tot betaling van een bedrag ineens van fl. 450.000 en nog twee andere bedragen, onder voorwaarde van finale kwijting door de belastingdienst/bedrijfsvereniging.
ASE beschikte over een zogenaamde JAR-145 certificering in verband met aan vliegtuigen te verrichten onderhoud; bij brief van 6 oktober 1998 (productie 14 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft CAN om wijziging daarvan gevraagd. De aanhef van de brief luidt als volgt:
"Naar aanleiding van de recente overname van ASE Maintenance door Celsius Aviocomp the Netherlands is binnen de Celsius group besloten om de naam van ASE Maintenance te wijzigen in Celsius Aviocomp [vestigingsplaats].
Bij brief van 13 november 1998 (productie 15 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft de Rijksluchtvaartdienst meegedeeld "dat de aangevraagde wijzigingen zijn gehonoreerd".
Bij brief van 30 november 1998 (productie 24 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft voornoemde Belastingdienst het onder ?(v) genoemde voorstel onder voorwaarden aanvaard.
De stichting Schuldsanering ASE heeft vervolgens de inventaris van ASE overgenomen voor een bedrag van fl. 450.000 exclusief BTW. Bij brief van 10 december 1998 (productie 2 bij conclusie van antwoord [Y.]) heeft [Y.] aan de Stichting Schuldsanering ASE inzake deze transactie een factuur groot fl. 450.000 toegezonden met toestemming het bedrag rechtstreeks over te maken op de rekening van de belastingdienst.
[A.] heeft namens ASE een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Hertogenbosch met een verzoek om surseance van betaling (productie 27 bij dagvaarding in eerste aanleg). Het verzoek is binnengekomen op 1 december 1999. De rechtbank heeft bij beschikking van 1 december 1999 surseance verleend met de benoeming van mr. Poelman en mr. P.F. Belt tot bewindvoerders.
Bij fax van 17 december 1999 (productie 5 bij conclusie van antwoord [Y.]) heeft [A.] als bestuurder van de Stichting Schuldsanering ASE aan [Y.] meegedeeld dat diens dienstverband als directeur van ASE met ingang van 1 december 1999 was beëindigd.
Op 17 mei 2000 is de jaarrekening van ASE over 1998 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor [vestigingsplaats 3] en omstreken (productie 39 bij dagvaarding in eerste aanleg). Daarbij is opgenomen dat de stukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders op 29 februari 2000; het stuk is getekend door "[A.], directeur".
In opdracht van Poelman en Belt voornoemd heeft de registeraccountant [E.] "een (eerste) globaal onderzoek uitgevoerd naar de financiële administratie van de zich in surséance van betaling bevinden de vennootschap ASE". Het rapport is neergelegd in een brief van 23 oktober 2000 (productie 32 bij dagvaarding in eerste aanleg).
Bij vonnis van 13 december 2000 is ASE failliet verklaard met aanstelling van Poelman tot curator.