4.3. Het gaat in dit geschil om het volgende.
(a) Konsonant BV is bestuurder van Resonant BV.
(b) Konsonant en SPH zijn gezamenlijk (Konsonant voor 51% en SPH voor 49%) eigenaar van het onroerend goed gelegen aan de [straatnaam A.] te [plaatsnaam].
(c) Voornoemd onroerend goed is door Konsonant en SPH verhuurd aan Sugar Power Company (hierna: SPC).
(d) Op voornoemd onroerend goed is bij akte van 3 mei 2001 (productie 1 bij brief van 21 maart 2008 van de advocaat van Resonant aan de voorzieningenrechter) een hypotheek gevestigd in verband met een schuld aan Resonant van Konsonant en SPH groot fl. 964.553,80.
In de akte is onder meer opgenomen dat over de hoofdsom een rente verschuldigd is van 6,6% per jaar, terwijl de aflossing plaatsvindt in 240 maandelijkse termijnen van fl. 4018,97.
Tevens zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
"A. Schuldbekentenis en lenings-bepalingen. ()
5. Opeisbaarheid.
De hoofdsom wordt vanzelf en direct opvorderbaar om met lopende en eventueel achterstallige rente alsmede drie maanden extra rente en eventuele boete te worden terugbetaald:
a. bij niet nakoming door de schuldenaar van enige verplichting uit deze overeenkomst van geldlening indien niet binnen acht dagen na ingebrekestelling de betrokken verplichting alsnog is nagekomen;
b. bij executoriaal beslag op een goed van de schuldenaar, bij faillissement of surséance van betaling van de schuldenaar of aanvrage daartoe, en in alle andere gevallen waarin hij het vrije beheer over een of meer van zijn goederen verliest;
c. in de hierna bij de hypotheekbepalingen genoemde gevallen.
()
B. Hypotheekstelling met bijbehorende bepalingen. ()
Voor deze hypotheekverlening gelden de volgende bepalingen en bedingen, welke laatste uitdrukkelijk worden gemaakt:
1. Opeisbaarheid.
De hoofdsom is - onverminderd het hiervoor sub A. 5. aanhef bepaalde, behalve in de sub A genoemde gevallen van opeisbaarheid, opeisbaar:
a. bij niet nakoming door de hypotheekgever van enige verplichting ingevolge deze hypotheekstelling/verlening;
b. bij inbeslagneming;
()."
(e) Door deurwaarder [B.] is bij exploit van 12 januari 2005 (productie 3 bij eerdergenoemde brief van
21 maart 2008) "ten verzoeke van de () Wafabank te Casablanca" op 12 januari 2005 het 49/100ste aandeel dat SPH in de eigendom van [straatnaam A.] had in executoriaal beslag genomen, dit uit krachte van het op 25 augustus 2004 uitgesproken vonnis tussen Wafabank en SPH, welke executoriale titel op 4 oktober 2004 aan SPH was betekend.
(f) Wafabank is op 6 januari 2005 gefuseerd met de Banque Commerciale du Maroc, waarbij alle rechten en verplichtingen van Wafabank zijn overgegaan op laatstgenoemde bank, en waarbij de naam van laatstgenoemde bank is gewijzigd in Attijariwafabank.
(g) Bij brief van 7 juni 2007 (productie 6 bij memorie van grieven) heeft de advocaat van Resonant aan SPH onder meer meegedeeld:
"U blijft reeds geruime tijd in gebreke met betaling van de maandelijkse hypotheekrentebetalingen en aflossingen. Per 1 juni 2007 bedraagt de achterstand een bedrag van € 38.523,54.
Daarnaast heeft mijn cliënte onlangs geconstateerd dat er op haar onderpand ten laste van u op 12 januari 2005 executoriaal onroerend zaaksbeslag is gelegd door de rechtspersoon naar buitenlands recht Wafa Bank, gevestigd te Casablanca (Marokko).
In het licht hiervan eist mijn cliënte op grond van artikel 5 van de notariële hypotheekakte van 3 mei 2001 het gehele resterende hypotheekbedrag dat per 1 juni 2007 een bedrag van € 302.739,41 bedraagt op. Op grond van het vorenstaande verzoekt en voor zover nodig sommeert mijn cliënte u ervoor zorg te dragen dat een bedrag van € 341.262,95 binnen acht dagen na heden op één van onderstaande gelden van derdenrekeningen () wordt voldaan, bij gebreke waarvan Resonant BV als hypotheekhouder tot de executie zal overgaan. ()"
(h) Bij exploot van 18 juni 2007 (productie 10 bij eerdergenoemde brief van 21 maart 2008) heeft de deurwaarder op verzoek van Resonant aan SPH de hypothecaire akte van 3 mei 2001 betekend en bevel gedaan tot betaling van € 341.262,92.
(i) SPH heeft op 19 juni 2007 aan Resonant € 38.523,54 betaald.
(j) Bij exploot van 12 februari 2008 (productie 11 bij eerdergenoemde brief van 21 maart 2008) heeft de deurwaarder ten verzoeke van Resonant aan SPH
- de akte van schuldbekentenis met hypotheekstelling van 3 mei 2001 betekend,
- aangezegd dat SPH heeft verklaard het schuldig erkende bedrag aan Resonant te voldoen, en dat SPH in gebreke is gebleven om aan de aangegane geldelijke verplichtingen te voldoen en het totaal verschuldigde mitsdien ineens opvorderbaar is geworden,
- bevel gedaan binnen twee dagen de hoofdsom van
€ 351.522,44 te voldoen en aangezegd dat Resonant zal overgaan tot openbare verkoop van het onroerend goed [straatnaam A.].
(k) Op 17 april 2008 heeft de Bank executoriaal beslag gelegd op het aandeel van SPH in de onroerende zaken aan de [straatnaam A.] te [plaatsnaam](productie 3 bij memorie van grieven).