ECLI:NL:GHSHE:2009:BI9979
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. de Groot-van Dijken
- A. Keizer
- M. Venner-Lijten
- Rechtspraak.nl
Afstand van recht uit overeenkomst van borgtocht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van [appellant] tegen de coöperatie Coöperatieve Rabobank Gemert-Bakel U.A. De zaak betreft de afstand van recht uit een overeenkomst van borgtocht. In een tussenarrest van 29 januari 2008 was [appellant] toegelaten tot bewijsvoering dat [persoon 1] namens de Rabobank afstand had gedaan van haar rechten uit hoofde van de borgstelling in ruil voor de medewerking van [appellant] aan de voorkoming van een faillissement van zijn bedrijf. Tijdens de getuigenverhoren verklaarden [persoon 2] en [persoon 3] dat er gesprekken waren geweest waarin de indruk werd gewekt dat de Rabobank zou afzien van de invordering van de borgstelling. Het hof oordeelde dat de getuigenverklaringen niet voldoende bewijs boden voor de stelling dat er een overeenkomst tot afstand van recht was gesloten. Het hof concludeerde dat de uitlatingen van [persoon 1] niet als een expliciete afstand van recht konden worden opgevat, en dat er geen concrete afspraken waren gemaakt die de afstand van de borgstelling bevestigden. Echter, het hof oordeelde ook dat het vorderen van nakoming van de borgtocht door de Rabobank naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was, gezien de omstandigheden van de zaak. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de vordering van de Rabobank af, waarbij de Rabobank werd veroordeeld in de proceskosten van [appellant].