ECLI:NL:GHSHE:2009:BJ6306
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Teeffelen
- A. Philips
- B. Bijleveld-van der Slikke
- Rechtspraak.nl
Uitbreiding van omgangsregeling tussen grootmoeder en kleinzoon in het belang van het kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 augustus 2009 uitspraak gedaan over de uitbreiding van de omgangsregeling tussen een grootmoeder en haar kleinzoon. De grootmoeder, appellante in deze zaak, verzocht om een uitbreiding van de omgangsregeling, terwijl de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, geïntimeerde, zich daartegen verzette. De stichting stelde dat het gedrag van de kleinzoon na de bezoeken van de grootmoeder negatief veranderde, wat zou wijzen op een ongunstige invloed van de omgang. Het hof heeft echter vastgesteld dat de kleinzoon positief reageert op de bezoeken van zijn grootmoeder en dat er onvoldoende bewijs is dat de veranderingen in zijn gedrag direct aan deze bezoeken zijn toe te schrijven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juli 2009 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de grootmoeder, de stichting en de moeder van de kleinzoon. De stichting erkende dat de oorzaak van het gedrag van de kleinzoon niet door een gedragsdeskundige was onderzocht, en dat de spanningen tussen de grootmoeder en de stichting, evenals tussen de grootmoeder en de pleegouders, mogelijk van invloed zijn op het gedrag van de kleinzoon. Het hof oordeelde dat de hechtingsproblematiek aan de pleegouders niet meer aan de orde was, gezien het feit dat de kleinzoon al twee jaar in het pleeggezin verbleef.
Uiteindelijk heeft het hof besloten dat de grootmoeder recht heeft op onbegeleide omgang met haar kleinzoon, één keer per vier weken op zaterdag. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de grootmoeder om uitbreiding van de omgangsregeling gedeeltelijk toegewezen. De beslissing benadrukt het belang van de relatie tussen de grootmoeder en de kleinzoon, en de noodzaak voor de stichting om een actievere rol te spelen in het verbeteren van de communicatie tussen de grootmoeder en de pleegouders.