ECLI:NL:GHSHE:2009:BJ7102
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J. Huurman-van Asten
- J.W. de Ruijter
- E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige aanhouding en bewijsuitsluiting in strafzaak tegen verdachte wegens vervalsing van geschrift
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, stond de onrechtmatige aanhouding van de verdachte centraal. De verdachte was in de periode van 18 april 2007 tot en met 5 juni 2007 betrokken bij de vervalsing van een rapport dat bestemd was voor bewijsvoering. De officier van justitie had de aanhouding van de verdachte bevolen, maar het hof oordeelde dat deze aanhouding onrechtmatig was, omdat er geen rechtsgeldig bevel was gegeven en niet was aangetoond dat het optreden van de officier van justitie niet kon worden afgewacht. Dit vormverzuim leidde tot de uitsluiting van de verklaringen van de verdachte en andere bewijsmaterialen die voortkwamen uit deze onrechtmatige aanhouding.
Het hof concludeerde dat de verklaringen van de verdachte, die na zijn aanhouding waren afgelegd, en de verklaringen van getuigen, alsmede de bevindingen met betrekking tot inbeslaggenomen apparatuur, niet als bewijs konden worden gebruikt. De verdachte werd uiteindelijk vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende ander bewijsmateriaal was om tot een veroordeling te komen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van het gebruik maken van een vervalst geschrift, zoals ten laste gelegd in de zaak.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtsgeldige procedures en de bescherming van de rechten van verdachten in het strafproces. Het hof wees erop dat de officier van justitie zelf verantwoordelijk is voor de afweging of er voldoende gronden zijn voor aanhouding, en dat deze afweging niet aan de politie kan worden overgelaten. De uitspraak is gedaan op 11 augustus 2009.