ECLI:NL:GHSHE:2009:BK3112
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Hendriks-Jansen
- Fikkers
- Van Craaikamp
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor verplaatste schade door onrechtmatige daad in geval van ongewenste zwangerschap
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 november 2009, gaat het om de aansprakelijkheid van een geïntimeerde voor verplaatste schade die voortvloeit uit een onrechtmatige daad. De appellanten, [appellante sub 1] en [appellante sub 2], hebben hun vorderingen gebaseerd op de schade die is ontstaan door de ongewenste zwangerschap van [appellante sub 1] als gevolg van de onrechtmatige daad van de geïntimeerde. Het hof heeft in eerdere arresten, waaronder een tussenarrest van 8 mei 2007, al geoordeeld dat de geïntimeerde aansprakelijk is voor de onrechtmatige daad jegens [appellante sub 1].
In het arrest van 10 november 2009 heeft het hof de vorderingen van [appellante sub 1] afgewezen, omdat niet is aangetoond dat zij materiële schade heeft geleden. De verzorging en opvoeding van [persoon 1] werd volledig door [appellante sub 2] op zich genomen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van verplaatste schade in de zin van artikel 6:107 BW, maar alleen in het geval van lichamelijk of geestelijk letsel. Het hof heeft geoordeeld dat de ongewenste zwangerschap en de daaruit voortvloeiende geboorte van een kind als letsel kunnen worden gekwalificeerd.
Het hof heeft de vordering van [appellante sub 2] tot schadevergoeding voor de kosten van verzorging en opvoeding van [persoon 1] toegewezen tot een bedrag van € 12.832,90, met wettelijke rente vanaf 8 juni 2000. De kosten van de procedure zijn voor de geïntimeerde, die grotendeels in het ongelijk is gesteld. Het hof heeft de bestreden uitspraak van de rechtbank Maastricht vernietigd en de vorderingen van [appellante sub 1] afgewezen, terwijl de vorderingen van [appellante sub 2] zijn toegewezen.
De uitspraak benadrukt de complexiteit van aansprakelijkheid in gevallen van verplaatste schade en de noodzaak om de grondslagen van vorderingen zorgvuldig te beoordelen, vooral in situaties die voortkomen uit onrechtmatige daden.