ECLI:NL:GHSHE:2009:BL0284
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Meulenbroek
- A. Den Hartog Jager
- B. Beekhoven van den Boezem
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake wijziging of matiging van dwangsom in huurrechtelijke geschil
In deze zaak heeft [X.] hoger beroep ingesteld tegen een eerder door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch opgelegde dwangsom. De vordering van [X.] was gericht op wijziging of matiging van de dwangsom die hem was opgelegd bij arrest van 5 juli 2005, waarbij hij was veroordeeld om een perceel grond in goede staat ter beschikking te stellen aan [A.]. De huurovereenkomst tussen [X.] en [A.] betrof een perceel van circa 7000 m2 met de bestemming paardenwei. [X.] had het gehuurde op 1 januari 2005 verlaten, maar dit feit was niet aan het hof kenbaar gemaakt. Het hof oordeelde dat het bevoegd was om kennis te nemen van de vordering, aangezien het de dwangsom had opgelegd.
Het hof heeft vastgesteld dat de dwangsomveroordeling niet zonder betekenis was, omdat er op de relevante data nog geen sprake was van een behoorlijke staat van oplevering. [X.] stelde dat de dwangsomveroordeling 'mosterd na de maaltijd' was, maar het hof verwierp dit argument. Het hof concludeerde dat [X.] onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd die de wijziging van de dwangsom zouden rechtvaardigen. Bovendien was het feit dat [X.] het perceel op 1 januari 2005 had verlaten, niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van onmogelijkheid om te voldoen aan de veroordeling.
De vordering van [X.] werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [A.]. Het hof benadrukte dat de dwangsom als prikkel tot nakoming dient en dat de hoogte en duur van de opgelegde dwangsom niet in directe relatie staan tot de omstandigheden die [X.] had aangevoerd. De uitspraak van het hof werd openbaar uitgesproken op 24 november 2009.