ECLI:NL:GHSHE:2009:BL0291

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HV 200.032.498
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D. den Hartog Jager
  • S. Schaafsma-Beversluis
  • A. Kleijngeld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voorlopig deskundigenonderzoek naar schade door onrechtmatige daad

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een verzoek van [X.] om een voorlopig deskundigenonderzoek te gelasten naar de psychische gevolgen van een onrechtmatige daad gepleegd door [Y.]. De rechtbank 's-Hertogenbosch had eerder op 5 november 2008 de vordering van [X.] afgewezen. [X.] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een deskundigenonderzoek om de hoogte van de schade te onderbouwen. Het hof oordeelt dat het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht prematuur is, omdat de aansprakelijkheid van [Y.] nog niet vaststaat. [Y.] ontkent de dader te zijn en er kan een bewijsfase volgen voordat de schade kan worden beoordeeld. Het hof benadrukt dat, zelfs als [Y.] als dader wordt vastgesteld, het waarschijnlijk is dat het hof zelf een deskundige zal benoemen voor advies over de schade. De vraagstelling van [X.] wordt als niet toereikend beoordeeld en het hof wil beschikken over een actueel deskundigenadvies in een latere fase van de procedure. Het hof wijst het verzoek af, maar laat [X.] de mogelijkheid om een eigen deskundigenbericht in te dienen.

Uitspraak

dHJ
16 september 2009
Sector civiel recht
Zevende kamer
Zaaknummer: HV 200.032.498
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Beschikking
in de zaak van:
[X.],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
hierna te noemen: [X.]
advocaat: mr. E.A.P. Mulders,
t e g e n
[Y.],
voorheen wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
verder te noemen: [Y.],
advocaat: mr. H. Brouwer.
1. Het verloop van de procedure
1.1. De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft bij vonnis van 5 november 2008 de vordering van [X.] op [Y.] uit hoofde van onrechtmatige daad afgewezen. [X.] heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij dagvaarding van 15 januari 2009. De zaak is bij het hof nog niet aangebracht.
1.2. Bij verzoekschrift, met één productie, dat ter griffie van het hof is binnengekomen op 1 mei 2009, hersteld op 29 mei 2009, heeft [X.] verzocht een voorlopig deskundigenonderzoek te gelasten naar de psychische gevolgen voor [X.] van de onrechtmatige daad van [Y.] jegens [X.].
1.3. De advocaat van [Y.] heeft het hof bericht geen verweer te zullen voeren.
1.4. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 september 2009. Daarbij waren [X.] en zijn advocaat aanwezig
1.5. Uitspraak is bepaald op heden.
2. De gronden van het verzoek
Voor de toelichting op het verzoek verwijst het hof naar het verzoekschrift.
3. De beoordeling
3.1. Bij de beoordeling moet voorop worden gesteld dat een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht, als het overigens aan de eisen voor toewijzing daarvan voldoet, slechts kan worden afgewezen op de grond dat de verzoeker daarbij geen belang heeft, dat van de bevoegdheid tot het bezigen van dit middel misbruik wordt gemaakt, dat het strijdig is met een goede procesorde, dan wel dat het moet afstuiten op een ander, door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar, vgl. HR 30 maart 2007, NJ 2007/189.
3.2. Naar het oordeel van het hof dient het verzoek te worden afgewezen.
In deze zaak dient het voorlopig deskundigenbericht er niet toe om [X.] in staat te stellen te beoordelen of hij het hoger beroep zal voortzetten. Voor hem staat vast dat [Y.] hem een messteek in het gezicht heeft toegebracht en dat hij daardoor schade lijdt. Het verzoek strekt ertoe de hoogte van de schade nader te onderbouwen.
Thans kan evenwel nog niet met zekerheid worden vastgesteld dat het hof toekomt aan de beoordeling van de hoogte van de schade, nu [Y.] in de civiele procedure ontkent de dader te zijn geweest en er wellicht eerst een bewijsfase zal volgen.
Als al wordt vastgesteld dat [Y.] de dader is en gehouden is de schade te vergoeden, dan is aannemelijk dat het hof zelf een deskundige benoemt die dan kan adviseren. Dat [X.] de betreffende schade heeft geleden is aannemelijk, alleen de omvang daarvan kan in geschil zijn. Bij zodanig door het hof te gelasten deskundigenonderzoek komt het nauw aan op de door de behandelende kamer gewenste vraagstelling. Thans kan niet worden geoordeeld dat de vraagstelling zoals die door [X.] is geformuleerd, toereikend is. Daarbij komt dat, als de behandelende kamer later geroepen wordt te oordelen, zij de beschikking wil hebben over een up-to-date advies. De kans is derhalve groot dat te zijner tijd opnieuw een deskundige zal worden benoemd. Tegen deze achtergrond is een voorlopig deskundigenbericht thans niet opportuun.
Ten slotte neemt het hof in overweging dat het [X.] vrijstaat desgewenst een eigen deskundigenbericht aan het hof over te leggen.
4. De beslissing
Het hof:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Den Hartog Jager, Schaafsma-Beversluis en Kleijngeld en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2009.