ECLI:NL:GHSHE:2009:BQ2568
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Meulenbroek
- A. Keizer
- J. Venhuizen
- Rechtspraak.nl
Aanvullend arrest inzake bevoegdheid Nederlandse rechter in schadezaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een aanvullend arrest in hoger beroep met zaaknummer HD 103.005.822. De zaak is een vervolg op eerdere tussenuitspraken van het hof, waarin de bevoegdheid van de Nederlandse rechter aan de orde was. De appellanten, waaronder de naamloze vennootschap N.V. Interpolis Schade en de besloten vennootschappen X. Logistics B.V. en Gebr. Y. Transporten B.V., hebben een verzoek ingediend om tussentijds cassatieberoep toe te staan tegen eerdere arresten van het hof van 8 december 2009 en 6 juli 2010. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 401a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De advocaat van de appellanten, mr. M. Kousedghi, heeft het hof verzocht om de geïntimeerden, waaronder de Duitse vennootschap B. GmbH & Co. KG, in de gelegenheid te stellen om cassatieberoep in te stellen.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord. De appellanten stelden dat het oordeel van het hof over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter cruciaal is en dat dit oordeel de toets der cassatiekritiek moet kunnen doorstaan. De zijde van Interpolis c.s. voerde aan dat tussentijds cassatieberoep de procedure zou vertragen, terwijl de oorspronkelijke dagvaarding al dateert van 20 september 2006. Het hof heeft echter geoordeeld dat het belang van de appellanten bij een definitief oordeel over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter voldoende aannemelijk is gemaakt. Het hof heeft geconcludeerd dat, hoewel er vertraging kan optreden, dit bezwaar niet opweegt tegen het belang van de appellanten. Daarom heeft het hof het verzoek om tussentijds cassatieberoep toe te staan, toegewezen.
De beslissing van het hof is op 19 oktober 2010 openbaar uitgesproken door de rolraadsheer. Dit arrest bevestigt de mogelijkheid voor de appellanten om tussentijds beroep in cassatie in te stellen tegen de eerdere arresten van het hof.