ECLI:NL:GHSHE:2009:BV1928
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- Zwitser-Schouten
- Waaijers
- Rechtspraak.nl
Zorgplicht van de werkgever bij bedrijfsongeval en bewijslevering
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van een appellant tegen een vennootschap onder firma (VOF) naar aanleiding van een bedrijfsongeval. De appellant, die in Duitsland woonachtig is, had eerder een rechtszaak aangespannen tegen de VOF, waarbij de rechtbank 's-Hertogenbosch in eerste aanleg vonnissen had gewezen. Het hof had in een tussenarrest van 10 juni 2008 de VOF toegelaten tot bewijslevering over de zorgplicht die voortvloeit uit artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De VOF diende te bewijzen dat zij aan haar zorgplicht had voldaan met betrekking tot de veiligheid op de werkplek in Helmond.
Tijdens de bewijslevering zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder medewerkers van de VOF, die verklaarden dat er voldoende veiligheidsmaatregelen waren getroffen, zoals het gebruik van ladders en veiligheidsgordels. De getuigen gaven aan dat de veiligheidsmaterialen aanwezig waren en dat de appellant en zijn collega’s waren geïnstrueerd om deze te gebruiken. Het hof oordeelde dat de VOF geslaagd was in het bewijs dat zij aan haar zorgplicht had voldaan. Het hof concludeerde dat de VOF niet tekort was geschoten in haar verplichtingen en dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften.
In de uitspraak vernietigde het hof het tussenvonnis waarvan beroep, bekrachtigde het eindvonnis en veroordeelde de appellant in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers om een veilige werkomgeving te bieden en de noodzaak voor werknemers om veiligheidsinstructies op te volgen. Het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.