4.2.Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
Bij akte van ruiling en uitgifte in erfpacht van 27 december 1988 (hierna: “de akte”, productie 1 bij de na de inleidende dagvaarding genomen akte houdende overlegging producties zijdens NS d.d. 15 november 2006 ) tussen het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (hierna: “PTT”) en (de rechtsvoorgangster van) NS is een perceel grond te [plaats] , plaatselijk bekend als [perceel 1] en [perceel 2] , door NS aan PTT in erfpacht uitgegeven.
Het recht van erfpacht is een aantal malen overgedragen, voor het eerst aan KPN, (de rechtsopvolgster van PTT). Op 7 mei 2002 is het recht van erfpacht overgedragen aan Alliance. Het betreffende kantorencomplex is in gebruik gebleven bij KPN, die het pand huurt van de erfpachter.
In de inleidende bepalingen van de akte is onder B onder meer opgenomen:
“Deze erfpachtsuitgifte geschiedt voor de duur van negenennegentig jaren, ingegaan dertien maart negentienhonderd zesentachtig en alzo eindigende twaalf maart tweeduizend vijfentachtig, en tegen een canon die (behoudens een bedrag van EEN GULDEN (f 1,00) per jaar) voor de gehele genoemde erfpachtsperiode wordt afgekocht voor een bedrag van VIERMILJOEN ZESHONDERDEENENZESTIG-DUIZEND EENHONDERD EENENVEERTIG GULDEN (f 4.661.141,00), exclusief omzetbelasting. Een gedeelte van de bijdrage van NS in de sloopkosten, voor zover deze drukken op een deel van het erfpachtsterrein, is in deze afkoopsom verdisconteerd. De canon ad EEN GULDEN (f 1,00) per jaar over de verstreken jaren is verschuldigd bij het passeren van deze akte en daarna per een april van elk jaar (…).”
In artikel 8 van de akte is bepaald:
“
Artikel 8(afkoop)
1. Zodra de wet dit met zoveel woorden toelaat, zal de erfpachter het restant van de canon ad EEN GULDEN (f 1,00) per jaar afkopen met een bedrag van VIJFTIG GULDEN (f 50,00) ineens.
2. De bijdrage van NS in de sloopkosten die drukken op een deel van de in erfpacht uitgegeven grond zijn in de in lid 2 genoemde afkoopsom verdisconteerd en een aparte betaling van deze bijdrage zal derhalve niet meer plaatsvinden.
3. Bij verlenging van het erfpachtsrecht bedoeld in artikel 3 lid 2 na afloop van de erfpachtsperiode van negenennegentig jaren, wordt de grondwaarde door NS herzien en de aanvangscanon respectievelijk de afkoopsom op basis daarvan opnieuw berekend.
4. De canon zal de eerste periode van negenennegentig jaren niet worden gewijzigd behoudens de in artikel 9 genoemde gevallen.”
In artikel 9 van de erfpachtovereenkomst is onder meer bepaald:
“
Artikel 9(incidentele wijziging van de canon)
Wijziging van de canon kan plaatsvinden in de volgende gevallen:
a. indien een met toestemming van NS veranderd gebruik van de grond en/of opstallen naar het oordeel van NS daartoe aanleiding geeft, zulks met ingang van de datum van verandering in het gebruik;
b. indien een met toestemming van NS gerealiseerde wijziging van de opstallen zelf en/of met toestemming van NS opgerichte nieuwe bebouwing naar het oordeel van de NS daartoe aanleiding geeft, zulks met ingang van de datum waarop de betreffende bouwvergunning is verleend;
c. bij vervreemding van het erfpachtsrecht, als bedoeld in artikel 10, zulks met ingang van de datum van vervreemding. (…)”
In artikel 10 is bepaald:
“
Artikel 10(vervreemding van het erfpachtsrecht)
1. Het erfpachtsrecht mag zonder schriftelijke toestemming van NS niet worden overgedragen of toegedeeld, noch gesplitst door overdracht of toedeling van het erfpachtsrecht op een gedeelte van de zaak, noch gesplitst in appartementsrechten.
2. NS mag de in lid 1 vereiste toestemming niet zonder redelijke gronden weigeren.”
Alliance heeft op een bepaald moment overeenstemming bereikt met Homco over overdracht van het recht van erfpacht aan Homco. Alliance heeft begin april 2006 toestemming gevraagd aan NS tot deze overdracht.
NS heeft bij brief van 21 april 2006 onder meer het volgende aan Alliance, althans kandidaat-notaris mr. [kandidaat-notaris] , werkzaam bij [L&L] N.V. (hierna ook aan te duiden als L&L), meegedeeld (productie 2 bij de akte overlegging producties zijdens NS d.d. 15 november 2006):
“Op basis van artikel 9 van de erfpachtsakte tussen voormalig PTT en NS heeft NS Vastgoed de mogelijkheid om tussentijds de (afgekochte) canon te verhogen.
Op basis van een taxatie van een derde makelaar komt NS Vastgoed tot de conclusie dat de in 1988 gehanteerde canon prijs niet meer marktconform is in 2006.
In 1988 is een afkoopsom van € 1.732.889,- gehanteerd.
Thans is een waarde van € 3.026.000, van toepassing.
Dat betekent dat de erfpacht € 1.293.111 meer waard is dan in 1988.
NS Vastgoed kan akkoord gaan met een overdracht van het erfpachtsrecht onder voorwaarde van een bijbetaling van € 1.293.111,- excl BTW.”
Alliance heeft zich niet bereid verklaard bovengenoemd bedrag aan NS te betalen. Aangezien zij het recht van erfpacht op korte termijn aan Homco wilde overdragen, heeft zij meegedeeld dat zij voornemens was aan de kantonrechter vervangende toestemming voor overdracht te vragen op grond van artikel 5:91 lid 4 BW. NS en Alliance zijn ter voorkoming van deze procedure vervolgens overeengekomen dat Alliance het bedrag van € 1.293.111,00 in depot zou storten op de derdenrekening van het kantoor van mr. [kandidaat-notaris] voornoemd.
NS heeft in haar brief van 16 juni 2006 onder meer het volgende aan Alliance meegedeeld (productie 2 bij de akte houdende overlegging producties zijdens NS d.d. 15 november 2006):
“Tussen NS Vastgoed en Alliance II C.V. bestaat verschil van mening over de voorwaarde waaronder NS Vastgoed de benodigde goedkeuring wil verlenen, o.a. een betalingsverplichting ten titel van canonverhoging. NS Vastgoed en Alliance II C.V. hebben overeenstemming bereikt over de wijze waarop zij dit geschil beslechten alsmede over een depotstorting. Een en ander blijkt uit de heden door beide partijen getekende depotovereenkomst.
Gezien het bovenstaande verleent NS Vastgoed bij deze toestemming voor de vervreemding aan Homco (84) Realty Fund B.V. De uitkomst van de discussie tussen partijen regardeert de toestemming niet, derhalve is onderhavige toestemming onvoorwaardelijk
.”
Partijen hebben op 21 juni 2006 de depotovereenkomst gesloten. Alliance heeft het betreffende bedrag groot € 1.293.111,00 in depot gestort, waarna zij het recht van erfpacht op 22 juni 2006 heeft overgedragen aan Homco. In de depotovereenkomst is onder meer het volgende bepaald (NS wordt hierin aangeduid met NSV; productie 3 bij de akte houdende overlegging producties zijdens NS d.d. 15 november 2006):
“(…)
verklaren in aanmerking te nemen dat:
A. Alliance overeenstemming heeft bereikt met een derde over de verkoop en levering van de navolgende registergoederen gelegen te [plaats] : (…)
B. Krachtens het daaromtrent bepaalde in de vigerende erfpachtvoorwaarden zoals vastgesteld bij notariële akte op 27 december 1988 verleden voor mr. [notaris] , notaris te [standplaats] (de “
Erfpachtvoorwaarden”) Alliance goedkeuring behoeft van NSV als eigenaar voor het vervreemden van de van de hiervoor onder A bedoelde registergoederen deel uitmakende erfpacht en opstal (de “
Goedkeuring”)
C. NSV bereid is de Goedkeuring te verlenen aan de hiervoor onder A. bedoelde vervreemding tegen betaling aan NSV van een nader door NSV vast te stellen bedrag ten titel van canonverhoging in het kader van de hiervoor onder A. bedoelde vervreemding (de “
Vergoeding”) zulks ondermeer onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 9 van de Erfpachtvoorwaarden;
D. Alliance de hiervoor bedoelde betalingsverplichting betwist op de gronden als uiteengezet in de als
Bijlage 1aan deze overeenkomst gehechte brief van [Advocaten] Advocaten gedateerd 2 juni 2006, als gevolg waarvan tussen Alliance en NSV een geschil is ontstaan omtrent de uitleg van de Erfpachtvoorwaarden (het “
Geschil”), één en ander blijkens de overige tussen c.q. namens betrokken partijen gevoerde correspondentie welke als
Bijlage 2aan deze overeenkomst is gehecht;
E. (…)
F. Alliance en NSV verdere vertraging, alsmede daaruit voortvloeiende schade (hetgeen wordt betwist door NSV) zoveel als mogelijk wensen te beperken en NSV thans bereid is de hiervoor onder B. bedoelde Goedkeuring te verlenen onder de voorwaarde dat een bedrag ad één miljoen twee honderd drie en negentig duizend honderd elf euro (EUR 1.293.111,=) in depot is gestort bij L&L overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst, totdat:
(…)
en komen het volgende overeen:
(…)