ECLI:NL:GHSHE:2010:5062
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. de Groot-van Dijken
- J. Gründemann
- A. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Incident ex artikel 351 Rv in de zaak van Tekholl tegen Veka Scheepsbouw B.V. over schorsing van tenuitvoerlegging
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 oktober 2010, betreft het een incident ex artikel 351 Rv in een hoger beroep tussen de appellant, h.o.d.n. teken- en adviesbureau "Tekholl", en de geïntimeerde, Veka Scheepsbouw B.V. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.A. Bravenboer, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Breda van 23 juni 2010, waarin hij werd veroordeeld tot schadevergoeding aan Veka ten bedrage van € 715.000,00. De appellant heeft in het incident verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis, stellende dat de rechtbank een juridische misslag heeft begaan door het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid als uitgangspunt te nemen voor de aansprakelijkheid.
Het hof heeft de argumenten van de appellant en Veka, vertegenwoordigd door mr. Ph.C.M. van der Ven, zorgvuldig afgewogen. De appellant voerde aan dat de executie van het vonnis zou leiden tot een noodsituatie, waarbij hij en zijn echtgenote dakloos zouden worden. Veka betwistte deze stelling en stelde dat de rechtbank Breda op juiste gronden had geoordeeld. Het hof oordeelde dat er geen evidente juridische misslag was en dat de belangenafweging niet in het voordeel van de appellant uitviel. De vorderingen van de appellant tot schorsing van de tenuitvoerlegging werden afgewezen, en het hof verwees de zaak naar de rol voor memorie van antwoord in de hoofdzaak.
De beslissing van het hof houdt in dat de vorderingen van de appellant in het incident worden afgewezen, en dat de kosten van het incident worden aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak wordt verder behandeld in de hoofdzaak, waarbij de appellant en Veka hun standpunten blijven verdedigen.