ECLI:NL:GHSHE:2010:BL3537
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Brandenburg
- A. Meulenbroek
- J. Keizer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing van provisionele vordering door curator in faillissement
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de curator, Leonard Jozef Marie Luftman, tegen de afwijzing van een provisionele vordering door de rechtbank. De curator had een provisionele voorziening gevorderd, die strekte tot veroordeling van de geïntimeerden, [X.] c.s., tot betaling van een bedrag van € 70.483,95 en USD 137.000,-- als voorschot op de vordering in de hoofdzaak. De rechtbank had de vordering afgewezen, waarna de curator in hoger beroep ging. Het hof oordeelde dat de curator geen belang meer had bij het hoger beroep, omdat het eindvonnis in de hoofdzaak was gewezen en de vordering was afgewezen. Het hof verwees naar een eerder arrest van de Hoge Raad, waarin werd vastgesteld dat een provisionele maatregel zijn werking verliest zodra het eindvonnis in de hoofdzaak is gewezen. De curator stelde dat zijn provisionele vorderingen een zelfstandige grondslag hadden, maar het hof oordeelde dat de provisionele vordering geen definitieve beslissing geeft over de rechtspositie van partijen en dat de curator in dit geval niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn hoger beroep. Het hof veroordeelde de curator in de kosten van het hoger beroep, die uitvoerbaar bij voorraad werden verklaard.