ECLI:NL:GHSHE:2010:BL6581
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Rothuizen-van Dijk
- A. Antens
- B. Beekhoven van den Boezem
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de openstelling van een parkeergarage en de rechten van erfpachters
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant sub 1] c.s. tegen de gemeente Etten-Leur. De appellanten, die een recht van erfpacht hebben op een parkeerplaats in de ondergrondse parkeergarage 'Centrum', vorderen dat de gemeente niet overgaat tot een ruimere openstelling van de parkeergarage dan de openingstijden die golden ten tijde van het aangaan van de erfpacht. De gemeente heeft de openingstijden van de parkeergarage verruimd, wat volgens de appellanten in strijd is met hun erfpachtrecht en hen benadeelt. De rechtbank heeft de vorderingen van de appellanten in eerste aanleg afgewezen, waarna zij in hoger beroep zijn gegaan.
Het hof heeft de grieven van de appellanten beoordeeld en vastgesteld dat de gemeente als erfverpachter niet in strijd handelt met de erfpachtvoorwaarden door de openingstijden van de parkeergarage te verruimen. De appellanten hebben onvoldoende onderbouwd dat deze wijziging hen daadwerkelijk benadeelt of dat het gebruik van de parkeerplaats wordt beperkt. Het hof oordeelt dat de gemeente ook een publieke taak heeft en dat de verruiming van de openingstijden niet automatisch in strijd is met de verwachtingen die de appellanten hadden op basis van eerdere mededelingen van de gemeente.
Uiteindelijk heeft het hof de vorderingen van de appellanten afgewezen en hen veroordeeld in de kosten van de appelprocedure. Dit arrest bevestigt de beslissing van de rechtbank en benadrukt de balans tussen de rechten van erfpachters en de publieke belangen van de gemeente.