ECLI:NL:GHSHE:2010:BM0058
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van toediening diazepam aan minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder vrijgesproken van de tenlastelegging dat zij haar dochter, destijds anderhalf jaar oud, diazepam zou hebben toegediend in het weekeinde van 19 tot 22 januari 2008. Het hof bevestigt het eerdere vonnis met verbetering van de gronden. Het hof overweegt dat er in de tenlastegelegde periode meerdere personen in de woning aanwezig waren, waardoor het niet buiten redelijke twijfel is dat de verdachte als dader kan worden aangewezen. Het bewijsmateriaal sluit andere mogelijke daders niet uit.
De zaak kwam aan het licht toen de ouders van de dochter op 20 januari 2008 constateerden dat hun kind raar stond te kijken en niet kon lopen. Het kind werd naar het ziekenhuis gebracht, waar bloed werd afgenomen. Uit het toxicologisch onderzoek bleek dat er diazepam in het bloed van het kind aanwezig was. Tijdens een huiszoeking werden klysma-ampullen met diazepam aangetroffen, maar er was geen direct bewijs dat de verdachte deze aan haar dochter had toegediend.
Het hof concludeert dat, hoewel er aanwijzingen zijn dat de verdachte mogelijk betrokken was bij de toediening van diazepam, er onvoldoende bewijs is om haar als dader aan te wijzen. De verdachte heeft in alle verhoren ontkend dat zij haar dochter diazepam heeft toegediend. Gezien de omstandigheden en het gebrek aan sluitend bewijs, moet de verdachte worden vrijgesproken. Het hof bevestigt derhalve het vonnis van de rechtbank, waarbij de verdachte eerder was vrijgesproken.