4.1.1. In overweging 2.2-2.5 heeft de kantonrechter vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. De door de kantonrechter vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
4.1.2. Elfenmeer is een recreatiepark. Dit park maakt deel uit van de Oostappen Groep, waaronder meerdere parken ressorteren, waaronder Elfenmeer en Hengelhoef. Pluvier heeft aan Elfenmeer toiletrolhouders (ook genoemd: dispensers) ter beschikking gesteld, welke Elfenmeer mocht gebruiken zolang zij toiletpapier bij Pluvier afnam. Toen Elfenmeer in 2005 de inkoop van producten bij Pluvier staakte, heeft Pluvier aan Elfenmeer verzocht de dispensers terug te geven. Elfenmeer heeft dat niet gedaan. Pluvier heeft daarop aan Elfenmeer een factuur gezonden voor 65 dispensers, in totaal tot een bedrag van € 2.325,14, welke rekening Elfenmeer niet heeft betaald.
4.1.3. In de procedure zijn over de totstandkoming van de overeenkomst tussen partijen de navolgende producties overgelegd (in chronologische volgorde).
Een op briefpapier van Pluvier gemaakte overeenkomst, ondertekend door [persoon 1] namens Pluvier en [persoon 2] namens de Oostappen Groep van 20 juni 2002, waarin onder meer staat: "Pluvier stelt kosteloos beschikbaar aan alle parken van de Oostappen Groep, toiletrol dispensers (..). In ruil voor bovengenoemde is de Oostappen Groep verplicht toiletpapier af te nemen van Pluvier. Indien de Oostappen Groep geen papier meer wenst af te nemen van Pluvier zullen zij per ommegaande de betreffende dispensers dienen retourneren. Wordt hier geen gehoor aan gegeven zal Pluvier de geleverde dispensers in rekening brengen." (prod. 9 bij cvr).
Pakbonnen op briefpapier van Pluvier, afleveradres Elfenmeer, waarop staat vermeld "Kunstof doppen rol dispenser, bruikleen". De bonnen zijn namens Elfenmeer afgetekend, door verschillende personen (handtekeningen - op een na - niet goed leesbaar). Het betreft leveringen op 4 april 2003 (5 dispensers); 18 april 2003 (3 dispensers); 26 mei 2003 (26 dispensers) en 23 juni 2003 (3 dispensers) (prod. 8 bij dagv.)
Een offerte van Pluvier van 4 december 2003. Hierop staat onder andere vermeld dat bij een afname van 864 rollen toiletpapier met dop de stuksprijs € 0,80 is. Voorts staat er: "Doppenrolhouder bruikleen bij afname van Pluvier toiletpapier" (prod. 1 bij dagv.).
Een brief van Pluvier aan [persoon 3] van Hengelhoef van 27 januari 2004 waarin Pluvier schrijft: "Hierbij doe ik een voorstel voor een bruikleenovereenkomst. Het gaat om 156 toiletrolhouders (..). Er wordt overeengekomen dat deze toiletrolhouders uitsluitend gebruikt zal worden voor Pluvier toiletpapier." (prod. 2 bij dagv.)
Vaststaat dat Pluvier aan Elfenmeer (en aan Hengelhoef) toiletpapier en andere artikelen heeft geleverd.
4.1.4. In 2005 wenste Elfenmeer geen producten van Pluvier meer af te nemen. Naar aanleiding daarvan ontspon zich de volgende correspondentie:
Op 25 april 2005 schreef Pluvier aan de Oostappen Groep dat zij ervan uitging dat de Oostappen Groep geen zaken meer met haar wenste te doen (prod. 3 dagv.).
Op 27 juni 2005 schreef zij aan Elfenmeer (t.a.v. [persoon 4]) en aan Hengelhoef dat zij op de brief van 25 april 2005 geen reactie had ontvangen: "Aangezien er een destijds een afspraak is gemaakt m.b.t. het in bruikleen verstrekken van toiletroldispensers verzoeken wij u vriendelijk deze dispensers aan ons te retourneren voor 30 juli a.s.. Indien u deze dispensers wilt blijven gebruiken dan zullen wij deze in rekening brengen zoals afgesproken." (prod. 4 dagv.)
[persoon 4] van Elfenmeer reageerde hierop op 14 juli 2005: "(..) Wij delen u mede dat wij geen toiletrolhouders van Pluvier BV in bruikleen hebben en daartoe ook geen verbintenis zijn aangegaan. Wij begrijpen derhalve de inhoud van uw schrijven niet. Volledigheidshalve deel ik u mede dat bovenstaand voor alle recreatieparken van de Oostappen Groep geldt." (prod. 5 dagv.)
Pluvier zond op 2 september 2005 aan Elfenmeer een factuur "n.a.v. schrijven
27-06-2005" voor 65 dispensers à € 30,06 (excl. btw), in totaal € 2.325,14 (incl. btw) (prod. 6 dagv.)
Elfenmeer reageerde op 5 september 2005 met de mededeling dat zij geen toiletroldispensers van Pluvier in bruikleen had en daartoe ook geen "(bruikleen- of betalings)overeenkomst" was aangegaan. Zij verzocht om schriftelijke bescheiden die e.e.a. zouden kunnen aantonen (prod. 1 cvd).
Na een aanmaning van 11 januari 2006 (prod. 7 dagv.) schreef de advocaat van Pluvier op 27 januari 2006 dat teruggave van de dispensers geen optie meer was, zond daarbij de pakbonnen en drong aan op een minnelijke regeling, welke voor alle Oostappen parken zou hebben te gelden (prod. 4 cvd).
Hierop reageerde Elfenmeer op 30 januari 2006 (prod. 2 cvd). Zij schreef: "Uit uw fax kunnen wij niet destilleren onder welke voorwaarden een mondelinge bruikleenovereenkomst toentertijd tot stand is gekomen en of deze afspraak integraal voor alle geleverde dispensers geldt. (..) Uit de door u toegestuurde pakbonnen blijkt dat Elfenmeer BV een aantal keren het artikel "kunstof doppen rol dispenser" met daarachter de omschrijving bruikleen heeft afgenomen van cliënte (bedoeld zal zijn: uw cliënte, hof). (..) Elfenmeer BV heeft tot voor kort gebruikgemaakt van de dispensers in haar toiletgebouwen en maakt nog steeds gebruik van deze dispensers. (..) Wij zullen deze factuur dan ook niet betalen. [Uw] Cliënte kan onder voorwaarden de dispensers die in bruikleen zijn geleverd, terug ontvangen. (..)
4.1.5. Pluvier heeft Elfenmeer in rechte betrokken en betaling van haar factuur gevorderd, met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke handelsrente tot 1 juni 2006 en de wettelijke rente vanaf 1 juni 2006, een en ander vermeerderd met de proceskosten. Zij stelde onder meer dat de overeenkomst waarop zij zich beroept - dat de dispensers aan haar zouden worden geretourneerd wanneer Elfenmeer niet langer toiletpapier zou afnemen van Pluvier en dat bij niet retourneren Pluvier de dispensers in rekening mocht brengen - is gesloten tussen enerzijds haar directeur [persoon 1] en anderzijds [persoon 2] namens de Oostappen Groep.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Pluvier er op mocht rekenen dat zij gerechtigd was de dispensers in rekening te brengen, maar dat dit niet de volledige nieuwwaarde diende te zijn. De kantonrechter heeft de vordering begroot op 60% van de nieuwwaarde, zijnde € 1.172,34. Toegewezen is een bedrag van € 1.410,89 met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 1 juni 2006. De proceskosten zijn gecompenseerd.