ECLI:NL:GHSHE:2010:BN9750
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P. Pellis
- M. Milar
- A. Breur
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep in civiele procedure met betrekking tot termijnoverschrijding
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een hoger beroep dat door de man is ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Roermond van 28 april 2010. Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank en constateert dat het beroepschrift van de man op 29 juli 2010 ter griffie is ingekomen, terwijl de termijn voor het indienen van het beroep op 28 juli 2010 afliep. De griffie had de man op 30 juli 2010 geïnformeerd dat het beroepschrift een dag te laat was ingediend en verzocht om een reactie. De advocaat van de man heeft vervolgens op 31 juli 2010 aangegeven dat zij het beroepschrift ontvankelijk acht, onder verwijzing naar bewijsstukken van de verzending van het appelrekest.
Het hof heeft in raadkamer de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld aan de hand van de genuanceerde ontvangsttheorie, zoals vastgelegd in artikel 3:59 jo artikel 3:37 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Deze theorie houdt in dat het appelschrift de griffie moet hebben bereikt om effectief te zijn, tenzij het niet tijdig bereiken van het appelschrift het gevolg is van omstandigheden die de griffie betreffen. Het hof oordeelt dat in dit geval geen sprake is van een dergelijke uitzondering, aangezien de man zelf verantwoordelijk is voor de tijdige indiening van het beroepschrift.
Uiteindelijk komt het hof tot de conclusie dat de man niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat het beroepschrift te laat is ingediend. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 6 oktober 2010, waarbij de man niet-ontvankelijk is verklaard in zijn hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Roermond.