ECLI:NL:GHSHE:2010:BO4370
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. den Hartog Jager
- F. Fikkers
- A. Feddes
- Rechtspraak.nl
Afwijzing faillissementverzoek van een holding op basis van onvoldoende aanwijzingen voor faillissementstoestand
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over het faillissement van Alanheri N.V. Het hof verwijst naar de eerdere beschikking van de rechtbank Breda van 22 september 2010, waarin het faillissementsverzoek van [X.] werd afgewezen. [X.] had in hoger beroep verzocht om de beschikking te vernietigen en Alanheri in staat van faillissement te verklaren. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 november 2010 werd vastgesteld dat [X.] een opeisbare vordering had op Alanheri, voortvloeiend uit een ontbinding van de arbeidsovereenkomst, ter hoogte van ruim € 315.000,-. Alanheri kon deze vordering echter niet voldoen en bood aan € 4.000,- per maand te betalen.
Het hof oordeelde dat de schuld van Alanheri aan [X.] niet voldoende was om te concluderen dat de holding in een faillissementstoestand verkeerde. Het hof benadrukte dat de holding geen onderneming uitoefent en dat de werkzaamheden worden uitgevoerd door dochtervennootschappen. De vordering van [X.] op Alanheri was niet voldoende om aan te nemen dat de holding had opgehouden met betalen, zoals vereist volgens artikel 1 van de Faillissementswet. Het hof concludeerde dat het enkel onbetaald laten van de schuld aan [X.] niet voldoende was voor een faillietverklaring, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die tot een ander oordeel nopen.
De uitspraak van het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank, waarmee het faillissementsverzoek van [X.] werd afgewezen. De zaak benadrukt het belang van de pluraliteit van schuldeisers en de noodzaak van een duidelijke faillissementstoestand voor een faillietverklaring.