ECLI:NL:GHSHE:2010:BO5239
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J. Venhuizen
- Rechtspraak.nl
Weigering van pleidooi en tussentijds cassatieverzoek in faillissementszaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om de weigering van een verzoek om pleidooi door appellant [X.], die betrokken was in een faillissementsprocedure van Nike Financial Projects B.V. De appellant had in hoger beroep een aantal memorie's van grieven ingediend, maar verzuimde tijdig een akte te nemen. Op een roldatum vroeg hij om pleidooi, maar dit verzoek werd afgewezen omdat het recht op het nemen van de akte was vervallen. Het hof overwoog dat de appellant in strijd handelde met zijn verplichtingen uit de wet en het rolreglement, en dat het honoreren van zijn verzoek om pleidooi zou leiden tot onredelijke vertraging van de procedure. De appellant had sinds de appeldagvaarding bijna twee jaar laten verstrijken voordat hij zijn memorie van grieven indiende, wat ook een factor was in de beslissing van het hof.
Het hof benadrukte dat de weigering van pleidooi niet absoluut is, maar dat de motivering van de appellant om alsnog pleidooi te vragen niet toereikend was. De appellant had de memorie van antwoord met producties al twee weken in zijn bezit voordat hij om pleidooi vroeg, en had dus voldoende tijd om zijn keuze te maken. Het hof concludeerde dat de verzoeken van de appellant om toegelaten te worden tot pleidooi moesten worden afgewezen. Daarnaast werd het verzoek om tussentijds cassatieberoep open te stellen, in verband met de rolbeslissingen van 28 september, 12 oktober en 20 oktober 2010, wel ingewilligd. Het hof besloot dat er tussentijds beroep in cassatie kon worden ingesteld tegen deze beslissingen en het arrest zelf.