ECLI:NL:GHSHE:2010:BO6918

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 103.006.058
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Smeenk-van der Weijden
  • A. Venhuizen
  • M. Zweers-van Vollenhoven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep door foutieve dagvaarding en verstrijken appeltermijn

In deze zaak heeft appellante [X.] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht, sector kanton, gewezen op 19 september 2007. Het hoger beroep is ingeleid met een exploot van dagvaarding van 13 december 2007, maar dit exploot is niet ingeschreven ter rolle, waardoor het niet ontvankelijk is. Appellante heeft vervolgens op 14 januari 2008 een tweede exploot uitgebracht, waarin zij het eerste exploot introk en buiten effect stelde. Het hof oordeelt dat dit tweede exploot niet tijdig is betekend, aangezien het na het verstrijken van de appeltermijn is uitgebracht. Het hof concludeert dat het tweede exploot niet kan worden gezien als een herstelexploot, omdat er geen fout in het eerste exploot wordt hersteld. De expliciete intrekking van het eerste exploot maakt het tweede exploot fataal voor de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het hof verklaart [X.] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep en veroordeelt haar in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde, Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs Samenwerkingsbestuur voor Bijzonder en Openbaar Onderwijs (LVO), worden begroot op € 1.145,=.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 103.006.058
arrest van de achtste kamer van 7 december 2010
in de zaak van
[X.],
wonende te [woonplaats],
appellante,
advocaat: mr. P.J.A.M. Baudoin,
tegen:
STICHTING LIMBURGS VOORTGEZET ONDERWIJS SAMENWERKINGSBESTUUR VOOR BIJZONDER EN OPENBAAR ONDERWIJS,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven,
op het bij exploot van dagvaarding van 14 januari 2008 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Sittard-Geleen gewezen vonnis van 19 september 2007 tussen appellante - [X.] - als eiseres en geïntimeerde - LVO - als gedaagde.
1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 195963 CV EXPL 05-1987)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis alsmede naar het comparitievonnis van 30 augustus 2006.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij memorie van grieven met één productie heeft [X.] drie grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot het alsnog (volledig) toewijzen van haar vorderingen in eerste aanleg.
2.2. Bij memorie van antwoord heeft LVO de grieven bestreden.
2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
3. De gronden van het hoger beroep
De grieven komen erop neer dat de kantonrechter de vorderingen van [X.] ten onrechte heeft afgewezen.
4. De beoordeling van de ontvankelijkheid van het hoger beroep
4.1. [X.] heeft bij exploot van 13 december 2007 aan LVO aangezegd dat zij in hoger beroep komt van het hiervoor genoemde vonnis van 19 september 2007 en LVO gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van het hof van donderdag 17 januari 2008, waarbij zij op nader aan te voeren gronden heeft gevorderd dat bedoeld vonnis zal worden vernietigd en dat haar vorderingen alsnog zullen worden toegewezen. Dit exploot is niet ingeschreven ter rolle; dat was overigens ook niet mogelijk gezien de aangezegde foutieve rechtsdag.
Op basis van dit niet-ingeschreven exploot kan [X.] niet worden ontvangen in haar hoger beroep.
4.2. [X.] heeft bij exploot van 14 januari 2008 onder toevoeging van de tekst: “onder intrekking en buiteneffectstelling van de dagvaarding door E.R. van der Lingen, gerechtsdeurwaarder te Utrecht d.d. 13 december 2007 uitgebracht” aan LVO aangezegd dat zij in hoger beroep komt van voormeld vonnis van 19 september 2007 en LVO gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van het hof van dinsdag 22 januari 2008. Het exploot is voor het overige gelijkluidend aan het exploot van 13 december 2007.
Op basis van het exploot van 14 januari 2008 kan [X.] niet worden ontvangen in haar hoger beroep, omdat dat exploot niet tijdig binnen de appeltermijn is betekend.
4.3. Van een inschrijvingsherstelexploot als bedoeld in artikel 125 lid 4 Rv. is geen sprake nu het tweede exploot van 14 januari 2008 is uitgebracht vóór de in het eerste exploot van 13 december 2007 aangezegde rechtsdag (17 januari 2008).
4.4. Het hof is van oordeel dat het exploot van 14 januari 2008 evenmin gezien kan worden als herstelexploot op de voet van artikel 120 lid 2 Rv. nu niet is aangegeven dat een fout in het exploot van 13 december 2007 wordt hersteld. Verder is in het tweede exploot van 14 januari 2008 uitdrukkelijk vermeld dat het eerste exploot van 13 december 2007 wordt ingetrokken en buiten effect gesteld. Dit is fataal omdat het tweede exploot na het verstrijken van de appeltermijn is uitgebracht.
[X.] moet dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in haar hoger beroep.
4.5. [X.] dient als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van het hoger beroep te dragen.
5. De uitspraak
Het hof:
verklaart [X.] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Sittard-Geleen, van 19 september 2007;
veroordeelt [X.] in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten aan de zijde van LVO tot de dag van deze uitspraak worden begroot op € 251,= aan verschotten en € 894,= aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. Smeenk-van der Weijden, Venhuizen en Zweers-van Vollenhoven en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 7 december 2010.