ECLI:NL:GHSHE:2010:BP1895
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Rothuizen-van Dijk
- A. Vermeulen
- J. Antens
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van schadevergoeding in huurgeschil met betrekking tot bedrijfsruimte
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om de vaststelling van schadevergoeding in een huurgeschil. Appellanten, [X. c.s.], stelden dat zij schade hadden geleden door het niet kunnen verhuren van een bedrijfsruimte per 1 april 2006. Het hof moest vaststellen voor welk bedrag de bedrijfsruimte had kunnen worden verhuurd en ging daarbij uit van huurprijzen exclusief BTW. De door [X. c.s.] ingebrachte verklaring over de huurprijs werd door het hof niet geloofwaardig geacht, vooral omdat deze niet overeenkwam met de huurprijs die [Z.] in het verleden had gevraagd. Het hof baseerde zijn oordeel op de taxatie van de huurwaarde door [B.], die een huurwaarde van € 9.500,-- per jaar had vastgesteld, inclusief parkeerplaatsen. Uiteindelijk kwam het hof tot de conclusie dat de huurprijs per 1 april 2006 op € 8.500,-- per jaar moest worden vastgesteld.
Het hof behandelde ook de argumenten van [Z.] over onderhoudskosten en de veronderstelling dat [X. c.s.] geen kosten had bespaard. Het hof oordeelde dat het onaannemelijk was dat de onderhoudskosten bij verhuur gelijk zouden zijn aan die in de huidige situatie. De totale schade voor de eerste periode werd begroot op € 6.200,--, met een jaarlijkse stijging van € 200,--. De totale verschenen schade tot de datum van het arrest werd vastgesteld op € 29.500,--. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de datum dat de schade was geleden.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en veroordeelde [Z.] tot betaling van de schadevergoeding, inclusief toekomstige schade, die werd berekend op € 71.031,--. Dit bedrag zou ook vermeerderen met wettelijke rente. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.