4.1 Geen expliciete grieven zijn gericht tegen de feiten, zoals door de rechtbank in rechtsoverweging 2 van het beroepen vonnis vastgesteld. Het hof zal van dezelfde feiten uitgaan. Voorts staan nog enkele andere feiten als enerzijds gesteld en anderzijds onvoldoende gemotiveerd betwist vast. Deze feiten komen kort gezegd op het volgende neer.
(a) [X.] heeft met ingang van 7 maart 2006 zijn Range Rover, merk Landrover, verzekerd bij ABN AMRO.
(b) Op deze personenautoverzekeringsovereenkomst (hierna: de Verzekeringsovereenkomst) zijn van toepassing het Gemeenschappelijke Voorwaarden Pakket 2006 (hierna: de Gemeenschappelijke Voorwaarden; prod. 1 cva) en de Voorwaarden Autoverzekering 4-05 2006 (hierna: de Voorwaarden Autoverzekering; prod. 2 cva).
(c) Artikel 3.B van de Gemeenschappelijke Voorwaarden bepaalt onder meer:
“Zodra verzekeringnemer/verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is verzekeringnemer/verzekerde verplicht de verzekeraar:
- (..)
- zo spoedig mogelijk alle gegevens en bescheiden te verstrekken
- (..)
- zijn volle medewerking aan de schaderegeling te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de verzekeraar zou kunnen schaden
- (..)
(..)
3.B.1 Gevolgen niet nakoming
De verzekering geeft geen dekking indien de verzekeringnemer/verzekerde een van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar heeft geschaad.”
(d) Artikel 2.2 van de Voorwaarden Autoverzekering bepaalt onder meer:
“Artikel 2
Wat is niet verzekerd
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Voorwaarden Personenautoverzekering en eventueel op het verzekeringsbewijs genoemde uitsluitingen is van de dekking uitgesloten:
(..)
2.2 Personenautosleutels
Schade wegens diefstal of vermissing van de verzekerde personenauto:
- indien de verzekerde nadat bekend was geworden dat de autosleutels waren gestolen of vermist, geen adequate maatregelen heeft getroffen om diefstal of vermissing van de verzekerde personenauto door gebruikmaking van de gestolen of vermiste sleutels te voorkomen;
(..)”
(e) Op 19 juli 2007 om 21.16 uur heeft [X.] bij de Regiopolitie Brabant-Noord, district Den Bosch, aangifte gedaan van diefstal van zijn Range Rover. Ten overstaan van de politie heeft [X.] onder meer het volgende verklaard:
“Op maandag 16 juli 2007, omstreeks 17.30 uur, parkeerde ik mijn personenauto van het merk Landrover, type Range Rover, (..), afgesloten op de parkeerplaats aan de openbare weg, [straat] te [plaatsnaam A.].
(..)
Op donderdag 19 juli 2007, omstreeks 20.00 uur liep ik samen met een vriend terug naar de plaats waar ik eerder mijn personenauto geparkeerd had. Ik zag dat deze er niet meer stond.”
(f) [X.] heeft op 19 juli 2007 aan ABN AMRO medegedeeld dat zijn Range Rover was gestolen.
(g) Op 6 augustus 2007 is de dagwaarde van de Range Rover door een expert vastgesteld op € 50.500,= (inclusief BTW). [X.] is met deze waardebepaling akkoord gegaan.
(h) ABN AMRO heeft Schadeonderzoeksbureau Solutions opgedragen onderzoek te doen naar de claim van [X.]. Solutions heeft op 20 augustus 2007 rapport uitgebracht (hierna: het rapport van Solutions; prod. 4 cva).
(i) Bij brief van 24 augustus 2007 heeft ABN AMRO [X.] gevraagd een machtiging te ondertekenen voor informatie-uitwinning en/of verstrekking en hem verzocht een gespreksspecificatie te verstrekken van het telefoonverkeer met zijn mobiele telefoon in de periode van 14 juli 2007 tot en met 21 juli 2007. [X.] heeft geweigerd deze machtiging te ondertekenen.
(j) Bij brief van 20 september 2007 heeft ABN AMRO aan [X.] laten weten de diefstalclaim af te wijzen.