4.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
a) Nashuatec heeft op 21 mei 2001 met Offsetdrukkerij [Y.] een huurovereenkomst gesloten waarbij Nashuatec voor een periode van 66 maanden apparatuur verhuurde. In januari 2003 heeft Nasuatec met [X.] een overnameovereenkomst gesloten waarbij die huurovereenkomst geheel door [X.] van Offset-drukkerij [Y.] werd overgenomen.
b) Op de overeenkomst zijn van toepassing verklaard de door Nashuatec gehanteerde algemene voorwaarden. Artikel 8.1 van deze voorwaarden luidt als volgt:
“Nashuatec heeft het recht deze huurovereenkomst terstond zonder rechterlijke tussenkomst en zonder dat daartoe een ingebrekestelling nodig is te beëindigen en zich op kosten van relatie in het bezit van het object te stellen indien relatie enige bepaling van deze overeenkomst niet stipt nakomt, in het bijzonder enige factuur niet op tijd voldoet (..). Onverminderd het recht van Nashuatec op volledige schadevergoeding, zal relatie tenminste een schadevergoeding aan Nashuatec verschuldigd zijn, gelijk aan het totaal van alle dan nog niet vervallen termijnen, alsmede de termijnen die zouden verschijnen wanneer de overeenkomst niet zou zijn beëindigd. Deze schadevergoeding is terstond opeisbaar.”
c) Bij de betalingen van [X.] aan Nashuatec is achterstand ontstaan. Tussen partijen is vanaf 2004 overleg gevoerd over de ontstane situatie. Daarbij is aan de orde gekomen de overname van de huurovereenkomst door GC [vestigingsnaam] II BV. Deze vennootschap is op 26 januari 2005 opgericht. [X.] en GC [vestigingsnaam] II BV worden beide (indirect) bestuurd door [Z.] Holding BV.
d) Op 28 februari 2005 heeft tussen partijen een overleg plaatsgevonden waaraan namens Nashuatec is deelgenomen door [A.]. Deze heeft aan een medewerkster van [X.], [B.], per e-mail de inhoud van dat overleg aldus bevestigd:
“Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud van hedenmiddag bevestig ik hierbij nog even ons gesprek.
Om het openstaande saldo in te lopen, doen wij jullie het volgende voorstel.
De huidige huurovereenkomst wordt omgezet in een 36 maanden contract ten name van Grafisch Centrum [vestigingsnaam]. Het contract is inclusief een volume van 3.500 scans per maand tegen een maandprijs van ? 892,50. Om het volledige openstaande saldo van ? 15.000,- in te lopen zullen wij de eerste 5 maanden [bedoeld is: 15 maanden], van de 36 maanden, factureren tegen een maandprijs van ? 1.892,50.”
Namens [X.] is op 1 maart 2005 teruggemaild:
“Hier gaan ze accoord met jullie voorstel. Contract op: Grafisch Centrum [vestigingsnaam] 2 BV, [vestigingsadres],[postcode] [vestigingsnaam], Contactpersoon dhr. [C.].”
J.W. Kramer zond hierop de volgende e-mail terug:
“[B.],
Bedankt voor jullie positieve reactie op ons voorstel.
Om een en ander in de juiste banen te leiden ontvang ik graag nog even wat aanvullende gegevens;
Het Kamer van Koophandel nummer van Grafisch Centrum [vestigingsnaam],
het bankrekeningnummer
het telefoonnummer in [vestigingsnaam].(…)”
e) De machines zijn vervolgens verplaatst naar het bedrijfspand van GC [vestigingsnaam] II BV.
f) Nashuatec heeft overeenkomstig de inhoud van de hiervoor aangehaalde e-mails en door [X.] verstrekte gegevens een huurovereenkomst met GC [vestigingsnaam] II BV opgesteld. Deze is op 24 maart 2005 namens GC [vestigingsnaam] II BV door haar directeur [C.] ondertekend en geretourneerd. Deze huurovereenkomst was nog niet door Nashuatec ondertekend en bevat de volgende zinsnede:
“Deze overeenkomst komt eerst tot stand na ondertekening door relatie en Nashuatec.”
Dit stuk is door Nashuatec niet ondertekend maar geretourneerd omdat het opgegeven KvK-nummer onjuist was. De huurovereenkomst is met gecorrigeerd KvK-nummer (en telefoonnummer) weer teruggezonden naar Nashuatec. Volgens Nashuatec heeft zij het gecorrigeerde stuk eerst op 29 april 2005 ontvangen.
De aldus gecorrigeerde huurovereenkomst is door Nashuatec niet ondertekend.
g) GC [vestigingsnaam] II BV is op 20 april 2005 in staat van faillissement verklaard. De curator in het faillissement heeft op 29 september 2005 aan de raadsman van [X.] onder meer het volgende laten weten:
“Ik kan niet erkennen dat tussen NRG Benelux (Nashuatec) en GC [vestigingsnaam] II een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen, inhoudende dat GC [vestigingsnaam] II B.V. niet alleen voor de toekomst de huurovereenkomst met betrekking tot een Nahuatec- kopieerapparaat zou overnemen van uw cliënte Drukkerij [X.], maar ook de bestaande huurachterstand van uw cliënte.
Het was duidelijk dat de inmiddels gefailleerde vennootschap nooit aan die verplichtingen zou kunnen voldoen. Op het moment dat tussen partijen over overname van het huurcontract is gesproken, was GC [vestigingsnaam] II technisch gesproken reeds failliet.
Of uw cliënte het kopieerapparaat aan NRG Benelux wil afgeven, moet zij maar zelf beslissen. Voor zover het mij als curator mocht aangaan – quod non – heb ik in elk geval tegen afgifte geen bezwaar.”
h) Bij brief van 14 juni 2005 aan [X.] is namens Nashuatec de huurovereenkomst ontbonden en is aanspraak gemaakt op betaling van de openstaande facturen, van de afkoop van het contract en van een aantal kosten, in totaal € 30.869,13. [X.] heeft dit bedrag niet betaald.
i) [X.] heeft de gehuurde apparatuur op 20 oktober 2005, na de inleidende dagvaarding voor deze procedure, aan Nashuatec ter beschikking gesteld. Nashuatec heeft het onderdeel van haar vordering dat betrekking had op teruggave van de apparatuur, ingetrokken.