4.1. Geen grieven zijn gericht tegen de feiten zoals door de rechtbank in rechtsoverweging 3.1 van het bestreden vonnis vastgesteld. Voorts staan nog enkele feiten als enerzijds gesteld en anderzijds onvoldoende gemotiveerd betwist vast. De feiten waarvan het hof uitgaat komen kort gezegd op het volgende neer.
(a) [X.] heeft als exploitant van een agrarisch uitzendbureau een arbeidsongeschiktheidsverzekering bij Interpolis gesloten, ingaande op 30 december 1999.
(b) Op het polisblad van de arbeidsongeschiktheidsverzekering (prod. 1 inl. dagv.) wordt bij (verzekerd) beroep(en) vermeld: “ Exploitant van een agrarisch uitzendbureau, meewerkend ”. Het verzekerd jaarinkomen bedroeg € 28.967,= (geïndexeerd).
(c) In de Voorwaarden InkomensZekerPlan beroepsarbeidsongeschiktheid (hierna: de Voorwaarden; prod. 2 inl. dagv.) wordt onder meer bepaald:
“art. 1 Begrippen
(..)
h beroep of bedrijf
het op het verzekeringsbewijs genoemde beroep of bedrijf van de verzekerde
(..)
Art 5 Arbeidsongeschiktheid
1. Wij stellen de mate van arbeidsongeschiktheid vast aan de hand van de rapportages van door ons aan te wijzen deskundigen.
2. Van arbeidsongeschiktheid is uitsluitend sprake indien er in relatie tot ziekte of ongeval, objectief medisch vast te stellen stoornissen bestaan, waardoor de verzekerde beperkt is in zijn of haar functioneren. Zonder iets af te doen aan het voorgaande is arbeidsongeschiktheid aanwezig als de verzekerde voor tenminste 25% arbeidsongeschikt is voor het verrichten van werkzaamheden die verbonden zijn aan het beroep of bedrijf, of die in het beroep of bedrijf in redelijkheid van de verzekerde verlangd kunnen worden. Bij het vaststellen van de werkzaamheden houden we rekening met mogelijke taakaanpassingen, taakverschuivingen en/of aanpassingen van werkomstandigheden.
3. Wij drukken de mate van arbeidsongeschiktheid uit in een percentage. Dit percentage noemen wij het arbeidsongeschiktheidspercentage.”
(d) [X.] heeft per 29 mei 2002 zijn werk gestaakt en zich op 5 juni 2002 ziek gemeld bij Interpolis. Bij onderzoek werden psychische klachten van depressieve aard geconstateerd. [X.] heeft zijn bedrijf moeten staken. Interpolis heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering van 100% verstrekt op basis van volledige arbeidsongeschiktheid.
(e) Het UWV heeft [X.] op grond van de WAZ met ingang van 27 mei 2003 voor 65-80% arbeidsongeschikt verklaard en een uitkering verstrekt van 50,75%.
(f) Bij brief van 26 november 2004 heeft Interpolis aan [X.] bericht dat hij voor minder dan 25% arbeidsongeschikt wordt geacht en dat op basis van de verzekeringsvoorwaarden de uitkering per 28 november 2004 wordt beëindigd.
(g) Aangezien [X.] zich met deze intrekking niet kon verenigen zijn partijen overeengekomen de kwestie voor te leggen aan een in onderling overleg aan te wijzen onafhankelijke psychiater, te weten de heer [Y.], voor een bindend advies. Op 24 juni 2005 heeft [Y.] daartoe gerapporteerd (prod. 16 inl. dagv.) Op 7 november 2005 heeft [Y.] aanvullend gerapporteerd (prod. 22 inl. dagv.).
(h) [Z.], medisch adviseur van Interpolis, heeft op 14 december 2005 op grond van de rapportages van [Y.] de medische beperkingen vastgesteld, een functionele mogelijkhedenlijst opgesteld, en een arbeidsdeskundig advies met vaststelling van een arbeidsongeschiktheidspercentage aangevraagd (prod. 26 inl. dagv.).
(i) In het rapport van de heer [A.], gecertificeerd register arbeidsdeskundige, van 20 januari 2006 valt onder meer het volgende te lezen (p. 4/5; prod. 29 inl. dagv.):
“INFORMATIE [Z.], medisch adviseur:
(..)
Er is sprake van een gegeneraliseerde angststoornis en aanpassingsstoornis met depressieve stemming grotendeels in remise, bij een man met afhankelijke, vermijdende en theatrale trekken, die bovendien ook nog gehoorsproblemen heeft.
Op basis van deze bevindingen wordt hij door de psychiater vooral beperkt geacht voor de concentratie, hoewel zijn aandacht tijdens het onderzoek goed is. Ik acht hem momenteel bovendien beperkt in de omgang met conflicten , waarbij betrokkene geen fysieke conflicten (het hof: waarschijnlijk wordt “contacten” bedoeld) met personen aan kan, wel schriftelijk of telefonisch.
(..)
Ik denk dat verzekerde gezien zijn beperkingen slechts gedeeltelijk ongeschikt is voor zijn werk zoals hij dit deed voor uitval.
1. Voor de uitvoerende werkzaamheden als plukker van tomaten, komkommers en paprika’s acht ik verzekerde geheel geschikt. Dit is puur fysieke en routinematige arbeid die geen cognitieve vaardigheden vereist. De verminderde belastbaarheid op concentreren, verdelen van aandacht of herinneren vormen dan ook geen beletsel voor dit deel van de functie. Voor het uitvoerende werk hoef je niet met conflicten om te gaan. De slechthorendheid is preëxistent, verzekerde heeft het werk gewoon gedaan met deze handicap.
2. Voor het halen en brengen van het personeel is wel gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid aan te nemen. Verzekerde kan zich immers maximaal een half uur aaneengesloten concentreren en zijn aandacht verdelen. Verzekerde kan deze taak zowel 's ochtends als 's middags een half uur uitvoeren. Dit betekent een prestatieverlies van 50 procent.
3. Bij de taken werven van opdrachten en personeel zijn communicatieve onderhandelingvaardigheden noodzakelijk. Hierbij is een reëel risico op conflicten of meningsverschillen. Aangezien verzekerde deze uitsluitend schriftelijk aankan, is verzekerde op deze taak 100% arbeidsongeschikt.
4. de taak administratie en organisatie vereist een goede cognitieve functie. Aangezien verzekerde hierop beperkt is t.a.v. concentratie en herinneren is een grote mate van arbeidsongeschiktheid op deze taak aannemelijk. 75% is in deze reëel, kortdurend kan verzekerde zich wel concentreren derhalve is geen sprake van een volledige uitval op deze taak.”
Met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid per taak en het (gemiddeld) aan die taak per week te besteden uren wordt in het rapport het volgende vermeld (p. 5 rapport):
- uitvoerende werkzaamheden 0% arbeidsongeschikt (40 uur/week)
- halen en brengen van personeel 50% arbeidsongeschikt (10 uur/week)
- werven van opdrachten en personeel 100% arbeidsongeschikt (15 uur/week)
- administratie en organisatie 75% arbeidsongeschikt (15 uur/week)
[A.] concludeert vervolgens dat het arbeidsongeschiktheidspercentage van [X.] voor zijn werk als exploitant van een agrarisch uitzendbureau, meewerkend afgerond op 40% is te stellen.
(j) Bij brief van 27 maart 2006 schrijft Interpolis aan [X.] dat zij hem met terugwerkende kracht vanaf 26 november 2004 voor 40% arbeidsongeschikt beschouwd (prod. 31 inl. dagv.).
(k) Op verzoek van [X.] heeft mevrouw [B.], gecertificeerd arbeidsdeskundige, (dossier) onderzoek gedaan en op 2 oktober 2006 arbeidskundig advies uitgebracht (prod. 40 inl. dagv.). In dit advies wordt onder meer vermeld:
“Ik acht de heer [X.] volledig ongeschikt voor zijn werk als meewerkend exploitant agrarisch uitzendbureau.
Voor het werven van opdrachten en personeel moet de heer [X.] goed kunnen omgaan met conflicten, kunnen onderhandelen om een goede concentratie hebben, zijn aandacht goed kunnen verdelen en zaken goed kunnen herinneren. Ook de arbeidsdeskundige van Interpolis geeft aan dat de heer [X.] deze taak geheel niet kan uitvoeren.
Ik ben van mening dat als je op medische gronden geen opdrachten noch werknemers kan werven je niet in staat bent om een bedrijf te leiden. Dit is namelijk de belangrijkste taak voor een ondernemer. Dat hij mogelijk deeltaken wel kan doen is niet relevant. Het bedrijf kan immers om medische redenen niet bestaan. Als geen opdrachten zijn kan de heer [X.] niets doen. Deze taak is de belangrijkste taak. De andere taken kunnen alleen als deze ook kan worden uitgevoerd.