ECLI:NL:GHSHE:2011:BP5167
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- W.H.B. den Hartog Jager
- H.D. Bergkotte
- H. Harmsen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verschoning van een rechter in een strafzaak na ongevraagd ontvangen politie-informatie
In deze zaak heeft de verschoningskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 februari 2011 een verzoek tot verschoning behandeld. Het verzoek werd ingediend door een raadsheer die betrokken was bij de behandeling van een strafzaak tegen een verdachte, waarbij het openbaar ministerie betrokken was. De raadsheer, hierna 'verzoeker' genoemd, stelde dat zijn onpartijdigheid in het geding was gekomen na het ontvangen van ongevraagde informatie van politieambtenaren door een medewerker van het ressortsparket, na de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting maar vóór de uitspraak. Deze informatie werd zonder medeweten van de behandelend advocaat-generaal aan de voorzitter van de strafkamer gestuurd, die vervolgens de overige leden van de kamer op de hoogte stelde.
De verzoeker was van mening dat deze gang van zaken de schijn van partijdigheid wekte, wat zijn onpartijdigheid in twijfel trok. De verschoningskamer overwoog dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De beoordeling van de vraag of er reden is voor verschoning moet zowel subjectief als objectief worden benaderd. De verschoningskamer concludeerde dat de feiten en omstandigheden die door verzoeker waren aangevoerd geen zwaarwegende aanwijzingen opleverden voor een vooringenomenheid van de zijde van de verzoeker.
De verschoningskamer wees het verzoek af, met de overweging dat de gang van zaken adequaat was afgehandeld en dat er geen aanwijzingen waren dat de verzoeker ontvankelijk was voor ongeoorloofde informatie. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden geïnformeerd over de uitkomst van het verzoek.