ECLI:NL:GHSHE:2011:BP8218
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Teeffelen
- D. Draijer-Udo
- A. de Groot-Van Dijken
- Rechtspraak.nl
Benoeming voogdij en ontheffing ouderlijk gezag in jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van de moeder van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kind [Y.], geboren op [geboortedatum] 2007. De moeder, hierna aangeduid als appellante, was in beroep gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank, waarin zij werd ontheven van het gezag en de Stichting William Schrikker Jeugdbescherming werd benoemd tot voogdes. De mondelinge behandeling vond plaats op 2 februari 2011, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat, mr. K.G.L. Bovens, en de Raad voor de Kinderbescherming werd vertegenwoordigd door mr. H. Werger. De stichting werd vertegenwoordigd door J.P.M. Den Otter en J.A. Cardol.
De moeder voerde aan dat er onvoldoende bewijs was dat het belang van de minderjarige zich niet tegen een ontheffing verzet. Ze stelde dat de stichting geen onderzoek had verricht naar de mogelijkheden van een thuisplaatsing en dat haar verzoek om de omgangsregeling met [Y.] uit te breiden niet was behandeld. De raad handhaafde zijn verzoek tot ontheffing van het gezag, stellende dat de plaatsing bij de pleegouders in het belang van [Y.] was. De stichting benadrukte dat de moeder niet in staat was om [Y.] zelf op te voeden en dat de huidige situatie in het pleeggezin het beste was voor de ontwikkeling van het kind.
Het hof oordeelde dat de moeder, ondanks haar positieve ontwikkeling, op dat moment nog niet in staat was om voor [Y.] te zorgen. Het belang van een ongestoorde hechting met de pleegouders en duidelijkheid over het opvoedingsperspectief was cruciaal. Het hof vernietigde de benoeming van de Stichting William Schrikker als voogdes, omdat deze niet voldeed aan de wettelijke criteria, en benoemde de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant tot voogdes. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd voor zover het de ontheffing van het gezag betrof, maar de benoeming van de stichting als voogdes werd vernietigd.