(a) Bij brief van 5 december 2006, gericht aan [X.] en [A.], heeft [Y.] een offerte uitgebracht voor de renovatie van het stucwerk in de (nieuwe) woning van [X.] en zijn echtgenote aan [B.] [woonadres] te [woonplaats]. In deze offerte staat onder meer:
“Na een totale berekening van de muuroppervlakte, ben ik uitgekomen op ongeveer 300 m 2 . Alles moet voorgestreken, uitgeraapt en gestuct worden. Op alle hoeken zal ik stucnaalden plaatsen. Ervan uitgaande dat jullie zelf het behang verwijderen.
Dit alles voor een gemiddelde prijs van € 20,= per m 2 inclusief materialen.
Het bedrag voor de wanden in spachtelputz/schoonmetselwerk zal ongeveer € 18,= zijn .(…)”
(b) Deze offerte is begin januari 2007 mondeling door [X.] aanvaard en de werkzaamheden zijn door [Y.] uitgevoerd in de periode van 8 maart tot 4 april 2007.
(c) Op 10 april 2007 heeft [Y.] een factuur ten bedrage van in totaal € 11.091,22 inclusief btw aan [X.] gezonden. Op pagina 1 van deze factuur staat na het totale bedrag inzake de wanden ad € 7.740,82 een correctie vermeld van € 890,30, welke bedrag op eerder genoemd bedrag in mindering moet worden gebracht. In noot 2 onder aan de pagina staat: “zoals overeengekomen; woonkamer 89,03 m 2 à € 10,00.”
(d) [X.] reageert bij brief van 27 april 2007 en stelt [Y.] daarin aansprakelijk “voor het door u zeer slecht afgeleverde stucwerk, op adres [woonadres] te [woonplaats].” Voorts schrijft [X.] in deze brief:
“Door het vier dagen te laat starten heeft u mij gevraagd om de wanden voor te strijken, zodat u hierdoor de te late start weer zou kunnen inhalen. Bij navraag bij diverse stucadoorbedrijven ben ik tot de conclusie gekomen dat alle stucadoorbedrijven een prijs hanteren van
€ 4,50/m 2 excl btw voor het voorstrijken van zeer oneffen en goed absorberende wanden en € 3,25/m 2 excl btw voor het voorstrijken van vlakke slecht absorberende wanden.”
(e) In reactie op de factuur van 10 april 2007 berekent [X.] vervolgens een bedrag van in € 1.441,15 (€ 804,51, 178,78 m 2 à € 4,50, plus
€ 636,64, 195,89 m 2 à € 3,25) dat hij vanwege het zelf voorstrijken van de muren, tezamen met de door hem daarvoor ingekochte materialen ad € 135,87, in mindering brengt op de factuur.
[X.] heeft van deze factuur een bedrag van € 9.778,00 voldaan (waaronder begrepen een reeds ten tijde van het versturen van de factuur door [X.] betaald bedrag van € 2.000,00) en een bedrag van € 1.505,62 onbetaald gelaten.
(f) Bij brief van 11 mei 2007 wijst [Y.] aansprakelijkheid af. [Y.] schrijft in deze brief, voor zover van belang:
“(…) Op uw verzoek ben ik 4 april 2007 gestopt, nadat het overige gedeelte van het huis gestuukt was. Op deze bewuste dag heeft u met mij het werk opgenomen. Het stucwerk op de zolder; op de eerste verdieping – behoudens één wand in de slaapkamer; en de begane grond – behoudens twee wanden in de woonkamer – verkreeg uw goedkeuring.
4. Ter zake van de wanden waarover U niet tevreden was, heb ik aangeboden deze te herstellen. U, als opdrachtgever, had mij de gelegenheid moeten geven de gebreken in de bewuste wanden, te herstellen, (…).
U verkoos echter een korting te bedingen. Daarmede hebt U, ook de aanvankelijk niet goedgekeurde wanden aanvaard, dit met een restrictie van de meterprijs.
Hiermede was de oplevering van het werk een feit.
Wij zijn overeengekomen dat de korting 50% van de meterprijs van alle muren in de woonkamer zou bedragen. Dit is een oppervlakte van 89,03 m 2 .
(…)
Omdat deze zichtbare gebreken zich hebben voorgedaan voor de oplevering en U de muren met de beperking van de meterprijs heeft aanvaard, kan ik geen aansprakelijkheid meer aanvaarden. (…)”
In de brief van 11 mei 2007 schrijft [Y.] voorts niet akkoord te gaan met de door [X.] voorgestelde aanpassingen op de factuur; het bedrag inzake de door [X.] ingekochte materialen ad € 135,87 brengt hij wel in mindering op de factuur. Daarmee rekening houdend vordert [Y.] in deze brief betaling van het (restant) factuurbedrag van € 1.505,62.
(g) Bij brief van 5 februari 2008 van ARAG, de rechtsbijstandverzekeraar van [X.], is [Y.] gesommeerd om binnen 14 dagen over te gaan tot kosteloos herstel van de ondeugdelijk gestucte muren.
(h) Op 24 juli 2008 heeft CED Nomex in opdracht van ARAG een rapport uitgebracht, waarbij de herstelkosten van het stucwerk worden begroot op € 19.005,80.