ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ1361
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Brants
- A. van Dijkhuizen
- L. Lohuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding met betrekking tot minderjarige kinderen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], na de echtscheiding van hun ouders. De moeder, appellante in principaal appel, heeft verzocht om de eerdere beschikking van de rechtbank te vernietigen, specifiek de regeling omtrent de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De vader, geïntimeerde in principaal appel, heeft incidenteel appel ingesteld en verzocht om de zorgregeling aan te vullen. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 maart 2011, waarbij beide ouders en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren.
De moeder heeft aangevoerd dat de kinderen niet goed kunnen opschieten met de kinderen van de nieuwe partner van de vader, wat de vader ontkent. De moeder heeft bezorgdheid geuit over de veiligheid van de kinderen in het nieuwe gezin van de vader en heeft gesteld dat de vader onvoldoende ingrijpt bij conflicten. De vader heeft echter betoogd dat de kinderen van zijn nieuwe partner al bekend zijn met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en dat hij in het belang van de kinderen handelt.
Het hof heeft overwogen dat de moeder onvoldoende heeft aangetoond dat de aanwezigheid van de kinderen van de nieuwe partner schadelijk is voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. Het hof heeft de verzoeken van de moeder afgewezen, met uitzondering van het verzoek dat de vader de kinderen haalt en brengt. Tevens is er een dwangsom opgelegd aan de moeder voor iedere keer dat zij de zorgregeling niet nakomt, ter waarborging van de uitvoering van de zorgregeling. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.