ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ3494
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. Meulenbroek
- J. Den Hartog Jager
- Rechtspraak.nl
Incidenteel verzoek tot herstel en aanvulling in civiele procedure tussen gewezen echtgenoten
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een incidenteel verzoek tot herstel en aanvulling van een eerder arrest van 31 augustus 2010. De zaak is een vervolg op een hoger beroep dat is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht van 1 september 2004. De vrouw, appellante, had een verzoek ingediend tot herstel van het arrest, waarin zij meende dat er sprake was van dwaling en een onjuiste toepassing van de huwelijkse voorwaarden. De man, geïntimeerde, heeft hiertegen verweer gevoerd en stelde dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor herstel in aanmerking kwam.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verzoeken van de vrouw tot herstel en aanvulling niet konden worden toegewezen. Het hof oordeelde dat de door de vrouw aangevoerde argumenten niet konden worden aangemerkt als een kennelijke fout in de zin van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De vrouw had ook een beroep gedaan op wederzijdse dwaling, maar het hof concludeerde dat dit beroep niet kon leiden tot een rectificatie van het eerdere arrest. De vrouw had niet aangetoond dat er sprake was van een fout die eenvoudig te herstellen was.
De uitspraak van het hof hield in dat het incidentele verzoek tot herstel en aanvulling werd afgewezen. Tevens werd bepaald dat de proceskosten van dit incident werden gecompenseerd, aangezien partijen gewezen echtgenoten zijn. De zaak werd verwezen naar de rol voor verdere procedurele stappen. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 5 april 2011.