ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ6287
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.Th. Begheyn
- M.J. van Laarhoven
- J.C.J. van Craaikamp
- Rechtspraak.nl
Stuiting van verjaring van bestuurlijke dwangsom en de rol van verzending en ontvangst van stuitingsbrief
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X.] tegen de gemeente Roerdalen, naar aanleiding van een opgelegde bestuurlijke dwangsom. De gemeente had op 28 juni 2005 een last onder dwangsom opgelegd aan [X.] om vijf illegaal gerealiseerde appartementen ongedaan te maken, met een dwangsom van € 500 per dag tot een maximum van € 50.000. Na een besluit op bezwaar van 4 september 2006, waartegen geen beroep is ingesteld, heeft de gemeente Roerdalen een dwangbevel uitgevaardigd op 28 maart 2007. [X.] heeft in verzet geconcludeerd tot buiteneffectstelling van het dwangbevel, stellende dat de vordering was verjaard en dat de gemeente niet-ontvankelijk was in haar vordering.
De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard, maar het hof heeft in hoger beroep geoordeeld dat de gemeente niet voldoende had aangetoond dat de stuitingsbrieven daadwerkelijk bij [X.] waren aangekomen. Het hof heeft daarbij verwezen naar de relevante wetgeving en jurisprudentie, waarbij het belang van daadwerkelijke ontvangst van stuitingsbrieven werd benadrukt. Het hof heeft geoordeeld dat de vordering van de gemeente was verjaard, omdat niet was komen vast te staan dat de stuiting tijdig was ingeroepen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het dwangbevel van de gemeente Roerdalen buiten effect gesteld, waarbij de gemeente in de proceskosten werd veroordeeld.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om niet alleen de verzending van brieven aan te tonen, maar ook de daadwerkelijke ontvangst door de geadresseerde, vooral in het kader van verjaring en stuiting van vorderingen.