ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ7891
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- T. Rothuizen-van Dijk
- S.M.A.M. Venhuizen
- C.N.M. Antens
- Rechtspraak.nl
Verval van aanhangigheid in hoger beroep en procesrechtelijke gevolgen
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 juni 2011, betreft het een hoger beroep waarin de aanhangigheid van het geding ter discussie staat. Appellant, vertegenwoordigd door mr. P.M.J. Graus, heeft in hoger beroep een aantal exploten ingediend, waaronder een appeldagvaarding en herstelexploten. Geïntimeerden, [X.] en [Y.], hebben zich op het standpunt gesteld dat de aanhangigheid van het geding is vervallen, omdat Graus verzuimd heeft de appeldagvaarding tijdig aan te brengen en de herstelexploten niet tijdig zijn ingediend. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen.
Het hof oordeelt dat de aanhangigheid van het geding inderdaad is vervallen. De appeldagvaarding is niet tijdig ingediend, en de herstelexploten zijn pas na de daarin aangezegde rechtsdagen ter griffie ingediend. Dit betekent dat de procedure niet op de juiste wijze is voortgezet, waardoor de aanhangigheid is komen te vervallen. Het hof verwijst naar relevante jurisprudentie die stelt dat een herstelexploot slechts rechtsgevolg kan hebben als het tijdig en op de juiste wijze is ingediend.
De beslissing van het hof houdt in dat Graus als in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de proceskosten van zowel de hoofdzaak als het incident. De kosten worden begroot op een totaal van € 1.298,57, bestaande uit verschotten en salaris advocaat. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 juni 2011.