ECLI:NL:GHSHE:2011:BT1940

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 200.066.912 E
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. van Etten
  • M. Keizer
  • J. Bochove
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming gehuurde door aanwezigheid hennepplanten

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een huurwoning. De zaak betreft appellanten [X.] en [Y.], die in hoger beroep zijn gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Roermond. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de aanwezigheid van 11 grote hennepplanten in de achtertuin van de huurwoning voldoende grond vormde voor ontbinding van de huurovereenkomst. Het hof heeft op 2 augustus 2011 het tussenarrest van 8 maart 2011 voortgezet en de zaak verder beoordeeld.

De appellanten hebben in hun akte aangegeven dat zij zich refereren aan het oordeel van het hof met betrekking tot de vermeerderde eis van de geïntimeerde, de stichting Woonservice. Deze eis betreft een bedrag van € 2.907,98, dat bestaat uit mutatiekosten, kosten van de ontruiming en kosten voor de afvoer van inboedelrestanten. Het hof heeft vastgesteld dat de vordering van Woonservice niet betwist is door [X.] en [Y.] en dat deze niet ongegrond voorkomt.

Het hof heeft vervolgens het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de appellanten veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 augustus 2010. Daarnaast zijn [X.] en [Y.] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan door de rolraadsheer op 2 augustus 2011.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.066.912
arrest van de zevende kamer van 2 augustus 2011
in de zaak van
1. [X.],
2. [Y.],
beiden wonende te [woonplaats],
appellanten,
hierna aan te duiden als [X.] en [Y.],
advocaat: mr. M.M.A. Straatman-Selij,
tegen:
de stichting STICHTING WOONSERVICE URBANUS
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Woonservice,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 8 maart 2011 in het hoger beroep van het door de rechtbank Roermond, sector kanton, locatie Venlo, onder nummer 257395\CV EXPL 09-4309 gewezen vonnis van 10 februari 2010.
6. Het tussenarrest van 8 maart 2011
Bij genoemd arrest heeft het hof de zaak verwezen naar de rol voor een akte aan de zijde van [X.] en [Y.] en iedere verdere beslissing aangehouden.
7.1 Het verdere verloop van de procedure
7.1. [X.] en [Y.] hebben een akte genomen.
7.2. Woonservice heeft een antwoordakte genomen.
7.3. Vervolgens hebben de partijen de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
8. De verdere beoordeling
8.1. In het tussenarrest van 8 maart 2011 heeft het hof geoordeeld dat de grieven van [X.] en [Y.] tegen het beroepen vonnis falen en dat het vonnis bekrachtigd moet worden. Het hof heeft [X.] en [Y.] voorts in de gelegenheid gesteld om te reageren op de vermeerderde eis van Woonservice, zoals weergegeven in rechtsoverweging 4.7.1 van het tussenarrest.
8.2. [X.] en [Y.] hebben in hun akte meegedeeld dat zij zich voor wat betreft de vermeerderde eis refereren aan het oordeel van het hof. Woonservice heeft in haar antwoordakte gesteld dat zij bij haar eisvermeerdering persisteert.
8.3.1. De vermeerderde eis strekt tot veroordeling van [X.] en [Y.] tot betaling van € 2.907,98 vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 8 augustus 2010. Het genoemde bedrag bestaat uit de volgende drie posten:
- € 84,-- aan mutatiekosten;
- € 2.523,98 aan kosten van de door de deurwaarder uitgevoerde ontruiming;
- € 300,-- aan kosten voor een container voor afvoer van de inboedelrestanten.
Deze posten houden verband met de ontruiming van het gehuurde die op grond van het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis heeft plaatsgevonden op 1 april 2010. Woonservice heeft gesteld dat zij bij brief van 20 juli 2010 aanspraak heeft gemaakt op de wettelijke rente over genoemd totaalbedrag vanaf 8 augustus 2010.
8.3.2. Omdat [X.] en [Y.] deze vordering niet hebben betwist en de vordering het hof niet ongegrond voorkomt, zal het hof de vermeerderde eis toewijzen.
8.4. [X.] en [Y.] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
9. De uitspraak
Het hof:
bekrachtigt het door de rechtbank Roermond, sector kanton, locatie Venlo, tussen partijen gewezen vonnis van 10 februari 2010, waarvan beroep;
veroordeelt [X.] en [Y.] om aan Woonservice € 2.907,98 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 8 augustus 2010;
veroordeelt [X.] en [Y.] in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van Woonservice tot op heden begroot op € 263,-- aan vast recht en op € 1.341,-- aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Etten, Keizer en Bochove en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 2 augustus 2011.