ECLI:NL:GHSHE:2011:BU7974
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. de Lange
- J.M. Reijntjes
- W.J. Kolkert
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in een strafzaak tegen een minderjarige voor het achterlaten van straatafval
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Middelburg. De zaak betreft een dertienjarige verdachte die op 10 maart 2010 een halve zak popcorn op de openbare weg heeft gegooid. Het openbaar ministerie had de verdachte vervolgd, maar de verdediging stelde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de strafvervolging, gezien de geringe ernst van het delict en de omstandigheden van de verdachte.
Het hof heeft het beroep van de verdachte gegrond verklaard en het vonnis van de kinderrechter vernietigd. Het hof overwoog dat het openbaar ministerie op basis van het opportuniteitsbeginsel had moeten afzien van vervolging, gezien de aard van het delict en de leeftijd van de verdachte. De verdachte had erkend het feit te hebben gepleegd, maar het hof vond de vervolging onredelijk, vooral gezien de omstandigheden van de verdachte, die nog nooit eerder was veroordeeld en slechts een geringe hoeveelheid popcorn had achtergelaten.
Het hof concludeerde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de strafvervolging, en dat de wijze van vervolging in deze zaak niet in verhouding stond tot de ernst van het delict. De beslissing van het hof is een belangrijke uitspraak over de toepassing van het opportuniteitsbeginsel in strafzaken tegen minderjarigen.