ECLI:NL:GHSHE:2011:BU9215

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-003080-10
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N.J.M. Ruyters
  • J.M. Reijntjes
  • S.B.M. Voorhoeve
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overtreding van het samenscholingsverbod in Tilburg door voetbalsupporters

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte was eerder vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, namelijk deelname aan een samenscholing in strijd met artikel 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Tilburg. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld, omdat hij van mening was dat de verdachte wel degelijk had deelgenomen aan een samenscholing van voetbalsupporters, wat een verstoring van de openbare orde kon veroorzaken. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte alsnog schuldig bevonden aan het ten laste gelegde feit. Het hof oordeelde dat de verdachte deel uitmaakte van een groep van ongeveer 34 personen die zich in colonne naar het stadion van Willem II in Tilburg bewoog, waarbij zij zich verdacht gedroegen en wapens bij zich hadden. Het hof concludeerde dat er sprake was van kwade bedoelingen, ondanks dat er geen daadwerkelijke verstoring van de openbare orde had plaatsgevonden. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van EUR 100,00, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de boete niet betaald zou worden. Het hof hield rekening met de financiële situatie van de verdachte en de tijd die verstreken was sinds het feit.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer : 20-003080-10
Uitspraak : 19 december 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Breda, van 6 augustus 2010 in de strafzaak met parketnummer 02-406838-09 tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1985],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis, waarbij de verdachte van het ten laste gelegde werd vrijgesproken.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het vonnis van de kantonrechter zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte ter zake zal veroordelen tot een geldboete van EUR 200,00 (subsidiair 4 dagen vervangende hechtenis).
De verdediging heeft:
- primair bepleit dat verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken;
- subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het niet te verenigen is met de hierna
te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 05 februari 2009 in de gemeente Tilburg al dan niet tezamen met anderen, op of aan de weg (als bedoeld in artikel 1 onder A van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Tilburg 2005), te weten de Dr. Hub van Doorneweg en/of de Dr. Paul Janssenweg en/of de J.F. Vlekkeweg en/of de Dr. Anton Philipsweg en/of het Galgenpad, heeft deelgenomen aan een samenscholing, immers maakte hij, verdachte,
deel uit van een groep van ongeveer 34 personen (verdeeld over ongeveer 8 personenauto's), althans een aantal personen (zijnde aanhangers van de voetbalvereniging NAC) welke personen, voorzien van een of meerdere wapens genoemd onder artikel 2 Categorie I
onder 2 en/of Categorie IV onder 7 van de Wet Wapens en Munitie, onder meer ploertendoders en/of verzwaarde handschoenen), met die/hun personenauto's in colonneformatie/groepsverband, althans deel uitmakende van een groep personenauto's,
in de richting reden van een/het voetbalstadion van Willem II en/of (vervolgens) die personenauto's een of meerdere keren tot stilstand brachten op die genoemde weg(en) rondom/in de buurt van een/het voetbalstadion van Willem II en/of (vervolgens) welke personen op die weg(en) een of meerdere keren die/hun personenauto's verlieten en zich
als groep personen verzamelden en/of (vervolgens) in de richting van dat voetbalstadion liepen, waardoor een dreigende situatie ontstond.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 5 februari 2009 in de gemeente Tilburg tezamen met anderen op de weg
(als bedoeld in artikel 1 onder A van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Tilburg 2005), te weten de Dr. Hub van Doorneweg en de Dr. Paul Janssenweg
en de J.F. Vlekkeweg, heeft deelgenomen aan een samenscholing, immers maakte hij, verdachte, deel uit van een groep van ongeveer 34 personen (verdeeld over ongeveer 8 personenauto's), (zijnde aanhangers van de voetbalvereniging NAC), welke personen met die personenauto's in colonneformatie/groepsverband reden en die personenauto's meerdere keren tot stilstand brachten op die genoemde wegen in de buurt van het voetbalstadion van Willem II.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat verdachte op 5 februari 2009 de voetbalwedstrijd wilde bijwonen en dat hij geen kwade bedoelingen heeft gehad. De omstandigheid dat verdachte in een groep met auto’s zou hebben rondgereden is te verklaren uit het feit dat het op het betreffende tijdstip druk is op de weg en meer mensen op weg waren naar het stadion. Uit de informatie die bij de politie was binnengekomen dat een groep NAC-supporters zich zou gaan verzamelen op een parkeerplaats bij Gilze kan niet worden afgeleid dat er gevaar dreigde voor de verstoring van de openbare orde. Evenmin blijkt uit het dossier dat sprake is geweest van een daadwerkelijk verstoring van de openbare orde. Van een strafbare samenscholing kan mitsdien niet worden gesproken, zodat verdachte van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt het volgende.
Bij de beoordeling van het verweer gaat het hof uit van de volgende gang van zaken zoals die uit het dossier blijkt.
Er heerst een grote rivaliteit tussen de supporters van NAC (Breda) en Willem II (Tilburg). De wedstrijden tussen de eerste elftallen van beide verenigingen worden als hoog risico wedstrijden gecategoriseerd. Met verhoogde inzet van politiepersoneel wordt de openbare orde op deze wedstrijddagen gehandhaafd. Ook buiten deze wedstrijden om komt het in het uitgaansleven in beide steden vaker tot een treffen tussen de harde kern supporters van beide verenigingen (PL204G/09-001903/ pag. 2).
Op donderdag 5 februari 2009 werd in Tilburg de wedstrijd jong Willem II (Tilburg) tegen jong NAC (Breda) gespeeld, aanvang 18.30 uur. Normaliter geen risicowedstrijd. De politie kreeg die dag informatie die erop duidde dat het rondom die wedstrijd tot een treffen zou komen tussen de harde kern supporters van beide verenigingen. Naar aanleiding van deze informatie werden alsnog ME, een groep Arrestatie Eenheid en openbare orde groepen in dienst geroepen (PL204G/09-001903/ pag. 2.1.).
Omstreeks 18.30 uur die dag werd waargenomen dat diverse auto’s en jonge mannen op de carpoolplaats te Gilzen, (halverwege Breda – Tilburg) vlakbij de snelweg A 58 stonden en dat vervolgens ongeveer 15 auto’s achter elkaar wegreden onder aanvoering van een als harde kern supporter van NAC bekend staand bestuurder.
Op de Rijksweg A 58 werd gereden met een snelheid van ongeveer 80 kilometer per uur. Er werd de gehele weg in een compacte groep, in colonne, gereden en de waargenomen wijze van rijden duidde erop dat de stoet continu bij elkaar wilde blijven (PL202B/09-032730/ pag. 8-8.3).
In het stadion in Tilburg bevonden zich bij aanvang van de wedstrijd (18.30 uur) een vijftigtal supporters van de harde kern van Willem II, van wie er omstreeks 18.45 uur een vijftiental het stadion verlieten en zich verzamelde bij een in de buurt gelegen café (PL204C/09-032919/pag. 10).
De colonne onder aanvoering van die NAC-supporter arriveerde tussen en 18.45 – 19.00 uur op een industrieterrein in de nabijheid van het stadion in Tilburg, alwaar de wedstrijd werd gespeeld. Er werd waargenomen dat de auto’s stopten en diverse personen uitstapten, naar elkaar toe liepen en overleg voerden. Vervolgens stapte iedereen weer in en werd weer in colonne verder gereden, om vervolgens na een korte ronde in de buurt te keren en weer terug te rijden naar ongeveer de plaats waar de colonne eerder was gestopt. De inzittenden stapten uit en verzamelden zich. Er werd een groep van naar schatting 40 tot 50 man waargenomen (PL202B/09-032730-pag. 8.3-8.4).
Inmiddels werd tevens waargenomen dat vanuit het café waar de Willem II harde kern supporters zich hadden verzameld, een zestigtal personen, het overgrote deel door bedekking niet meer herkenbaar aan hun gezicht, zich in de richting begaven waar de auto’s zich bevonden. Daarbij werd de richting gewezen door een persoon op een scooter die herkend werd als harde kern supporter van Willem II en die vlak daarvoor was waargenomen op het industrieterrein waar de groep uit de auto’s zich bevond. Deze informatie werd uitgewisseld (PL204C/09-032919-pag. 10-10.1).
Op het industrieterrein werd waargenomen dat de uitgestapte personen vervolgens terugrenden naar hun auto’s, instapten en wegreden. Direct daarop, omstreeks 19.00 uur, slaagde de ME erin de colonne tegen te houden (PL202B/09-032730-pag. 8.4-8.5 en PL20MT/09-032730 pag. 5.1).
Nadat wapens waren aangetroffen in een van de auto’s en werd vastgesteld dat onder de inzittenden zich gekende harde kern supporters van NAC bevonden, en vervolgens ook het bericht kwam dat harde kern supporters van Willem II zich in de richting van deze groep begaven, is het aanvankelijke bevel tot identiteitsvaststelling en vervolgens te vorderen zich uit Tilburg te verwijderen gewijzigd in het bevel tot doorzoeking van de auto’s op wapens en tot fouillering van de personen en onder wie geen wapens werden aangetroffen tot het aanhouden op grond van overtreding van artikel 7 (samenscholingverbod) van de APV Tilburg (PL20MT/09-032730 pag. 5.1).
Er werd vastgesteld dat onder de aangehouden personen zich een aantal bevond dat als risicosupporters bekend stond en zich drie personen bevonden met een landelijk stadionverbod (PLB202B/09-032730/pag. 8.5-8.6).
De beoordeling van het verweer
Het hof stelt bij de beoordeling van het verweer voorop dat naar zijn oordeel ook sprake kan zijn van samenscholen, in de zin van: het groepsgewijs bij elkaar komen van mensen, indien het betreft personen die zich in verschillende auto’s bevinden. Samenscholen kan men te voet, op de fiets, op een tweewieler, maar ook met een auto.
Vervolgens dient het hof de vraag te beantwoorden of de bedoelde samenscholing er één was als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Tilburg 2005; de tenlastelegging heeft immers uitsluitend op een dergelijke samenscholing het oog.
Uit het opschrift van artikel 7 van die Verordening (‘samenscholing en ongeregeldheden’) valt af te leiden dat bij een samenscholing wordt gedacht aan een groepsgewijs bijeen zijn op een wijze, die een gerechtvaardigde vrees voor een min of meer ernstige verstoring van de openbare orde oproept. Daartoe dient, ingevolge de toelichting op genoemde APV, meer in het bijzonder te worden vastgesteld dat sprake was van mensen die een dreigende houding aannamen of kwade bedoelingen hadden. Dat de betrokken personen een dreigende houding aannamen is niet gebleken, van kwade bedoelingen echter wel. Daaromtrent overweegt het hof het volgende.
De verdachte en zijn mededaders hebben opgegeven dat zij zich van Breda naar Tilburg hebben begeven, enkel en alleen ten behoeve van het bezoeken van de wedstrijd tussen Jong Willem II en Jong NAC Breda. Het hof hecht aan deze bewering geen geloof, en wel om de volgende redenen.
Uit hetgeen het hof hierboven als feitelijke gang van zaken heeft vastgesteld, blijkt dat
een deel van de betrokkenen zich onderweg (kennelijk: willens en wetens) zo lang heeft opgehouden, dat zij het stadion onmogelijk nog voor het begin van de wedstrijd konden bereiken. Tevens leidt het hof daaruit af dat men het gezamenlijk oprukken naar Tilburg belangrijker vond dan het op tijd aldaar aankomen. Voor alle betrokkenen geldt dat zij Tilburg pas geruime tijd na aanvang van de wedstrijd bereikten. Vervolgens is geen enkele ernstig te nemen poging ondernomen om het stadion binnen te gaan; sommige betrokkenen verklaarden huiswaarts te hebben willen keren omdat vanuit het stadion het bericht zou zijn gekomen ‘dat de (toegangs)hekken waren gesloten’, zonder dat de juistheid van dit bericht werd geverifieerd; anderen verklaarden dit te hebben willen doen omdat werd bericht ‘dat men niet welkom was in het stadion’, en nog weer anderen verklaarden gewoon, zonder meer, mee terug te hebben willen gaan toen hun metgezellen zeiden huiswaarts te zullen keren. Het hof concludeert dat men het stadion helemaal niet in wilde. Het betrekt hierbij het gegeven, dat tenminste drie van de betrokkenen het stadion niet eens binnen mochten, omdat voor hen een stadionverbod gold, en dat de betrokkenen, in plaats van zich naar binnen te begeven, schijnbaar doelloos met hun colonne auto’s een rondje zijn gaan rijden. Dat dit geschiedde om een parkeerplaats te zoeken acht het hof - mede gelet op de wijze waarop dit gebeurde - onaannemelijk.
Verdachte en zijn mededaders hadden kennelijk een andere bedoeling. Dat dit een kwade bedoeling was leidt het hof af uit de wapens, welke door een niet onbelangrijk aantal van hen werden meegevoerd, zoals verzwaarde (vecht)handschoenen en ploertendoders. Dat deze uitsluitend bedoeld waren als bescherming tegen de kou (voorzover de handschoenen aangaat) acht het hof, mede gelet op het aantal meegevoerde handschoenen en de aard van de overige wapens, ongeloofwaardig. Wat men precies voor ogen had behoeft niet te worden vastgesteld, maar het ligt voor de hand om aan te nemen, zoals blijkens het dossier ook de politie op dat moment heeft gedaan, dat men een harde confrontatie zocht met supporters van de tegenpartij, Willem II.
Het hof acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een samenscholing van ongeveer 34 personen, die zich verdeeld over ongeveer acht personenauto’s over een aantal wegen in de omgeving van het voetbalstadion van Willem II binnen de gemeente Tilburg heeft bewogen, waarbij die personenauto’s meermalen tot stilstand zijn gebracht.
Naar het oordeel van het Hof is niet komen vast te staan dat alle personen, die deel uitmaakten van de in de tenlastelegging omschreven samenscholing, waren voorzien van wapens, dat zij allen hun auto’s hebben verlaten, zich (vervolgens) als groep (het Hof begrijpt: te voet) hebben verzameld en (vervolgens) in de richting van het voetbalstadion van Willem II zijn gelopen; in zoverre dient vrijspraak te volgen. Deze gedeeltelijke vrijspraak heeft verder geen invloed, omdat de hier bedoelde omstandigheden geheel ten overvloede ten laste waren gelegd en de verdediging niet op een verkeerd spoor blijken te hebben gebracht.
Verder heeft het hof onvoldoende aanknopingspunten gevonden om te kunnen vaststellen dat (enkel) door voornoemde samenscholing een dreigende situatie is ontstaan. Ook in zoverre dient vrijspraak te volgen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Tilburg 2005.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat bij de bepaling van de op te leggen straf rekening moet worden gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede het feit dat verdachte beperkte financiële draagkracht heeft.
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het hof acht mede gelet op het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, een geldboete van EUR 100,00 passend en geboden. Daarbij heeft het hof in het bijzonder rekening gehouden met de tijd die inmiddels sedert het begaan van het feit is verstreken.
Bij de vaststelling van de hoogte van deze geldboete heeft het hof verder rekening gehouden met de financiële draagkracht van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 7 en 137 van Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Tilburg 2005, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht;
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 100,00 (honderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 (twee) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. N.J.M. Ruyters, voorzitter,
mr. J.M. Reijntjes en mr. S.B.M. Voorhoeve, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Biljard, griffier,
en op 19 december 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. S.B.M. Voorhoeve is buiten staat om dit arrest mede te ondertekenen.