ECLI:NL:GHSHE:2012:6513

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 december 2012
Publicatiedatum
29 juli 2013
Zaaknummer
20-000816-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens ontbrekend registratienummer van meetinstrument in verkeerszaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 december 2012, stond de verdachte terecht in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Breda, gedateerd 1 maart 2012. De verdachte was beschuldigd van het rijden met een snelheid van ongeveer 168 kilometer per uur op de Rijksweg A17, waar de maximumsnelheid 120 kilometer per uur was. De zaak kwam aan het licht na een snelheidsmeting door de politie, maar tijdens de zitting werd duidelijk dat het registratienummer van de antenne-eenheid van het gebruikte meetinstrument ontbrak op de digitale foto die door de verdachte was overgelegd. Dit leidde tot de vraag of de snelheid met een deugdelijke (geijkte) radarsnelheidsmeter was gemeten.

De voorzitter van het hof, mr. F. van Es, leidde de zitting en gaf de verdachte de gelegenheid om zijn verweer mondeling toe te lichten. De verdachte handhaafde zijn verweer dat hij ten onrechte was veroordeeld, en stelde dat het ontbreken van het registratienummer betekende dat de meting niet kon worden geverifieerd. De advocaat-generaal steunde de vordering om het vonnis van de kantonrechter te vernietigen en de verdachte vrij te spreken.

Na het sluiten van het onderzoek deed de voorzitter onmiddellijk uitspraak. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en sprak de verdachte vrij, omdat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de tenlastelegging te ondersteunen. De voorzitter maakte de verdachte en de advocaat-generaal attent op hun recht om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen, maar beiden deden afstand van dit recht. Het proces-verbaal van deze zitting werd door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Sector strafrecht
Parketnummer: 20-000816-12
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, enkelvoudige kamer voor strafzaken, op 17 december 2012.
Tegenwoordig:
mr. F. van Es, voorzitter,
mr. C.J.P.M. Revis, advocaat-generaal,
mr. N. van der Velden, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen de na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte genaamd:
[verdachte],
geboren te[geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te[woonplaats],[adres],
is ter terechtzitting aanwezig.
De voorzitter vermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De advocaat-generaal draagt de zaak voor.
De verdachte, die hoger beroep heeft ingesteld, wordt onmiddellijk na de voordracht van de zaak in de gelegenheid gesteld mondeling de bezwaren tegen het vonnis op te geven.
De verdachte geeft op hij ten onrechte is veroordeeld.
De voorzitter deelt mondeling mede de korte inhoud van de stukken van de zaak.
De verdachte verklaart, zakelijk weergegeven:
Ik handhaaf mijn verweer zoals ik dat ter terechtzitting in eerste aanleg heb gevoerd en welke ik tevens op schrift heb gezet. Het registratienummer van de antenne ontbreekt dus er kan niet worden gezegd dat deze geijkt is.
De voorzitter deelt mede dat het hof kennis heeft genomen van het door de verdachte op schrift gestelde verweer.
De advocaat-generaal voert het woord, leest de vordering voor en legt die aan het hof over.
De advocaat-generaal vordert dat het hof het vonnis van de kantonrechter zal vernietigen en opnieuw rechtdoende verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde.
Aan de verdachte wordt het recht gelaten het laatst te spreken.
De verdachte deelt mede dat hij zich aansluit bij de vordering van de advocaat-generaal en daar niets aan toe te voegen heeft.
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede onmiddellijk uitspraak te zullen doen.
De voorzitter spreekt vervolgens het arrest uit.
AANTEKENING VAN HET MONDELING ARREST

1.Beslissing omtrent het vonnis, waarvan beroep

Vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Breda d.d. 1 maart 2012, waarvan beroep

2.Inhoud van de tenlastelegging

Overeenkomstig de dagvaarding in eerste aanleg:
dat de verdachte:
een bij de ontdekking van het hierna omschreven strafbaar feit onbekend gebleven bestuurder van een motorvoertuig (personenauto), gekentekend [kenteken], op of omstreeks 7 oktober 2010 te Standdaarbuiten, gemeente Moerdijk, buiten de bebouwde kom, op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, De Rijksweg A17, welke weg als autosnelweg was aangeduid, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 168 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid van 120 kilometer per uur met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden, terwijl verdachte toen eigenaar of houder, als bedoeld in artikel 1, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994, van dat motorvoertuig was;
subsidiair (indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling zou volgen)
dat hij op of omstreeks 7 oktober 2010 te Standdaarbuiten, gemeente Moerdijk, buiten de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, De Rijksweg A17, welke weg als autosnelweg was aangeduid, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 168 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid van 120 kilometer per uur met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden.

3.Vrijspraak

Het hof is van oordeel dat, nu op de digitale foto - die door verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg in het geding is gebracht - het nummer van de antenne-eenheid van het door de politie gebruikte meetinstrument ontbreekt, niet kan worden vastgesteld of de snelheid van het motorvoertuig, gekentekend [kenteken], op
7 oktober 2010 is gemeten met een deugdelijke (geijkte) radarsnelheidsmeter.
Derhalve kan bij gebrek aan voldoende wettige bewijsmiddelen niet worden bewezen dat verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan wordt vrijgesproken.
De voorzitter geeft de verdachte en de advocaat-generaal kennis dat zij binnen veertien dagen na deze einduitspraak beroep in cassatie kunnen instellen tegen het arrest bij de Hoge Raad en maakt hun opmerkzaam op het recht om ter terechtzitting van dat rechtsmiddel afstand te doen.
Verdachte en de advocaat-generaal doen afstand van hun recht om beroep in cassatie in te stellen.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.