Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het tussenarrest van 29 november 2011
6 Het verdere verloop van de procedure
7.De gronden van het hoger beroep
8.De beoordeling
"in redelijkheid"op een bedrag van € 2.500,-.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant], handelende onder de naam Autobedrijf [autobedrijf], tegen [geïntimeerde], [Nederland]-Nederland B.V. De zaak betreft de levering van een volautomatisch aircoserviceapparaat dat door [appellant] in juni 2009 is aangeschaft voor een bedrag van € 4.938,50. [geïntimeerde] heeft [appellant] aangeklaagd wegens wanbetaling, terwijl [appellant] zich op het standpunt stelt dat het apparaat niet naar behoren functioneerde en dat hij de overeenkomst heeft ontbonden. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vordering van [geïntimeerde] toegewezen en de vordering van [appellant] in reconventie afgewezen, omdat [appellant] niet ter zitting was verschenen. Dit leidde tot het hoger beroep, waarin [appellant] vier grieven heeft aangevoerd. Het hof oordeelt dat de kantonrechter ten onrechte heeft aangenomen dat [appellant] zijn verweer en vordering in reconventie heeft prijsgegeven door zijn afwezigheid. Het hof benadrukt dat een rechter niet mag aannemen dat een partij haar verweer heeft prijsgegeven zonder duidelijke feiten of omstandigheden die dat ondersteunen. Het hof laat [appellant] toe te bewijzen dat het aircoserviceapparaat gebreken vertoonde en dat hij daarover bij [geïntimeerde] heeft geklaagd. De zaak wordt verwezen naar de rol voor het opgeven van getuigen.