ECLI:NL:GHSHE:2012:BV1099
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- E.J.M. Boogaard-Derix
- J.P.F. Rijken
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Afwijzing beklag ex artikel 12 Sv inzake valsheid in geschrift door medewerkers Bureau Jeugdzorg
In deze zaak heeft klaagster, namens haar zoon [betrokkene A], op 17 februari 2011 aangifte gedaan van valsheid in geschrift tegen de medewerkers van Bureau Jeugdzorg (BJZ), hierna aangeduid als beklaagden. De officier van justitie te Roermond heeft op 3 maart 2011 besloten om niet tot vervolging over te gaan, omdat er volgens hem geen sprake was van valsheid in geschrift. Klaagster heeft hierop op 7 april 2011 een klaagschrift ingediend bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 17 januari 2012 uitspraak deed in deze zaak.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voorhanden dat de beklaagden opzettelijk onjuiste informatie in de contactjournaals hebben opgenomen. De beklaagden hebben verklaard dat de contactjournaals primair bedoeld zijn voor intern gebruik binnen BJZ en dat deze documenten de ervaringen en belevingen van de medewerkers vastlegden. Het hof heeft hierbij bijzondere betekenis toegekend aan deze verklaringen en de context waarin de contactjournaals zijn opgesteld.
Tijdens de behandeling van het klaagschrift in raadkamer heeft de advocaat van klaagster betoogd dat de contactjournaals wel degelijk bewijsbestemming hebben en dat er onjuistheden in deze documenten staan, zoals bevestigd door objectieve derden. Echter, het hof heeft geconcludeerd dat de verklaringen van de beklaagden en de aard van de contactjournaals niet voldoende zijn om tot een veroordeling te komen. Uiteindelijk heeft het hof het beklag afgewezen, waarbij het hof de beslissing op 17 januari 2012 heeft genomen.