ECLI:NL:GHSHE:2012:BW1048
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- H. Harmsen
- S.C. van Duijn
- T.A. de Roos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en oplegging ontnemingsverplichting wegens wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 maart 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een ontnemingsvordering van € 68.545,46, die is toegewezen aan de Staat. De veroordeelde had hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis waarin hij was veroordeeld voor oplichting. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten door middel van strafbare feiten, ondanks dat de bankrekening op naam van zijn echtgenote stond. Het hof heeft geoordeeld dat de onderneming, hoewel op naam van de echtgenote, feitelijk door de veroordeelde werd gedreven en dat hij de financiële verantwoordelijkheid droeg. De verdediging voerde aan dat de ontnemingsvordering moest worden verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn, maar het hof wees dit af, aangezien de overschrijding al was gecompenseerd in de hoofdzaak. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de veroordeelde de verplichting oplegde tot betaling aan de Staat van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.