4.1.1.In r.o. 2.1-2.7. heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. De door de rechtbank vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. Het hof zal hierna een overzicht geven van de relevante feiten. Het gaat in deze zaak om het volgende.
4.1.2.Op 2 juli 2007 heeft [geintimeerde] zijn woonhuis aan [perceel] te [woonplaats] aan [appellante] c.s. verkocht tegen een prijs van € 258.000,-- (prod. 1 inl. dagv.). Art. 4 van de koopovereenkomst verplicht de koper om uiterlijk op 15 augustus 2007 bij de notaris een waarborgsom van € 25.800,-- te storten of een bankgarantie voor genoemd bedrag te deponeren, bij gebreke waarvan art. 12 van de overeenkomst van toepassing is. Art. 12 bepaalt dat indien een der partijen, na in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen na die ingebrekestelling nalatig blijft in de nakoming van zijn verplichtingen, de overeenkomst van rechtswege ontbonden zal zijn en de nalatige partij een terstond opeisbare boete van 10% van de koopsom verschuldigd is, onverminderd het recht op verdere schadevergoeding.
De koopovereenkomst kent in art. 13 onder 1 sub b een ontbindende voorwaarde ten gunste van [appellante] c.s. die bepaalt dat “als koper niet vóór 11 juli 2007 een toezegging heeft verkregen voor het aangaan van een of meer geldleningen ter financiering” de koopovereenkomst zonder vergoeding kan worden ontbonden. Koper dient daarbij ter verkrijging van de financiering “al het mogelijke [te] verrichten” en “tenminste twee schriftelijke afwijzingen te overleggen”. Het beroep op de ontbindende voorwaarde dient gedaan te worden door middel van een schriftelijke mededeling aan de in artikel 1 genoemde notaris en onderbouwd te zijn met bewijsmaterialen (art. 13 lid 2).
4.1.3.De termijn van art. 13 lid 1 onder b van de overeenkomst is in onderling overleg tussen partijen verlengd tot 11 augustus 2007 (prod. 1 bij mvg).
4.1.4.Op 2 augustus 2007 schreef Obvion N.V. aan De Hypotheekshop in [vestigingsplaats] (adviseur van [appellante] c.s.): “De hypotheekaanvraag ten behoeve van [appellant sub 2.] en [appellante sub 1.] inzake de financiering van het woonhuis (..) van uw cliënt(en) is door ons beoordeeld op basis van de verstrekte gegevens c.q. de ontvangen informatie. De beoordeling heeft geresulteerd in een afwijzing van de aangevraagde hypothecaire lening. Kredietverlening achten wij niet verantwoord.” (prod. 1 cva).
Een afwijzing met nagenoeg dezelfde tekst zond GMAC Hypotheken op 28 augustus 2007 aan De Hypotheekshop in [vestigingsplaats] (prod. 3 cva). Onderaan het overgelegde exemplaar van die afwijzingsbrief staat met de hand geschreven: “PS. Deze hebben we nog geprobeert nadat de heer de mensen zou inlichten”. Tussen partijen staat vast dat dit een bijschrift van [appellante sub 1.] is en dat zij dit in een later stadium heeft opgeschreven.
4.1.5.Met een brief gedateerd 3 september 2007, volgens die brief ook ondertekend op 3 september 2007, hebben [appellante] c.s. de ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen (prod. 4 cva). Deze brief bevat in de rechter bovenhoek de handgeschreven en ondertekende vermelding “Ingekomen 12-09-2007 [medewerker makelaar]”. Voorts bevat dit overgelegde exemplaar in de linker onderhoek een in een ander handschrift vermelde mededeling: “Ps: datum had moeten zijn 03-08-’07 na laatig [makelaar] Deze brief niet ontvangen zijn getuigen”. Ook dit latere bijschrift is, zo staat vast, van [appellante sub 1.] .
4.1.6.Op 13 september 2007 schreef [medewerker makelaar]l van [makelaar] Makelaardij te [vestigingsplaats], het makelaarskantoor dat [geintimeerde] bijstond, aan [appellante] c.s. dat deze ontbinding in strijd was met het overeengekomene, dat hij [appellante] c.s. in gebreke stelde en dat hij namens [geintimeerde] aanspraak maakte op de contractuele boete van 10% van de koopsom (prod. 2 inl. dagv.).
4.1.7.[geintimeerde] heeft [appellante] c.s. in rechte betrokken en hoofdelijke veroordeling tot betaling van het bedrag van € 25.800,-- ter zake de verbeurde contractuele boete gevorderd, met rente en kosten. De rechtbank heeft de vordering toegewezen. Tegen dit oordeel zijn de grieven gericht.