ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5714
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- J.A.M. van Schaik-Veltman
- H.A.G. Fikkers
- S.M.A.M. Venhuizen
- Rechtspraak.nl
Incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in kort geding
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in kort geding. De zaak betreft een hoger beroep ingesteld door Portsight B.V. tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda, gewezen op 21 februari 2012. Portsight had een incidentele vordering ingesteld ex artikel 351 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin zij verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis waarvan beroep. Deze vordering was gebaseerd op het restitutierisico dat Portsight zou lopen bij tenuitvoerlegging van het vonnis door de geïntimeerde, alsook op het ontbreken van een spoedeisend belang van de geïntimeerde bij directe tenuitvoerlegging. Tevens werd aangevoerd dat er na de uitspraak van de voorzieningenrechter nieuwe omstandigheden waren ontstaan, namelijk de aanwezigheid van heipalen in de grond, die een schorsing rechtvaardigden.
De geïntimeerde heeft in haar memorie van antwoord geconcludeerd tot afwijzing van de vordering, stellende dat Portsight eenzelfde vordering tot schorsing ook bij de voorzieningenrechter had ingesteld, die daarover al had beslist. Het hof heeft vastgesteld dat Portsight beide openstaande wegen heeft bewandeld, maar heeft de vordering in het incident afgewezen voor zover deze niet door de executierechter was toegewezen. Het hof oordeelde dat de door Portsight aangevoerde vrees voor een groot restitutierisico onvoldoende was om van de eerdere beslissing van de voorzieningenrechter af te wijken. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerde, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.