8.5.Of [geintimeerde] mocht aannemen dat de man kwam om namens Vabix de contante betaling in ontvangst te nemen, hangt af van de vraag of er sprake is geweest van een verklaring of gedraging van Vabix, die daartoe onder de gegeven omstandigheden aanleiding gaf en op grond waarvan de schijn van vertegenwoordiging aan Vabix is toe te rekenen.
Dienaangaande hebben [goede vriend van geintimeerde] en [huurder van geintimeerde] niets verklaard. Partijgetuige [geintimeerde] heeft daarover verklaard: “Ik wist dat er alleen contant betaald moest worden omdat dhr. Breur mij dat de middag daarvoor in het telefoongesprek had gezegd. Ik heb hem voorgesteld bij aflevering contant te betalen en daarop heeft Breur niet gezegd dat dat niet mogelijk was.”
Los van het feit dat ingevolge art. 179 Rv alleen de verklaring van een partij omtrent door haar te bewijzen feiten in haar voordeel geen bewijs op kan leveren, blijkt uit deze verklaring - anders dan [geintimeerde] bij memorie na enquête stelt - niet dat in het bewuste telefoongesprek van de zijde van Vabix is gesteld dat niet afgeleverd zou worden zonder betaling vooraf. Vabix heeft dit bij memorie van antwoord ook weersproken. Het hof kan uit de enkele partijverklaring van [geintimeerde] niet concluderen dat Vabix de schijn van vertegenwoordiging heeft opgewekt.
Daarnaast geldt dat, zelfs indien daaruit zou kunnen worden afgeleid dat Vabix betaling van het bedrag van € 7.168,27 vóór aflevering verlangde, daaruit niet zonder meer voortvloeit dat het te verwachten was dat Vabix de volgende ochtend zonder nadere aankondiging (naast de chauffeur met de zending) een man naar het bedrijf van [geintimeerde] in [vestigingsplaats] zou sturen om betaling van een bedrag van deze omvang voor haar in ontvangst te nemen.
Bij memorie na enquête heeft [geintimeerde] verder nog aangevoerd dat ook de chauffeur op de hoogte moet zijn geweest van het feit dat was overeengekomen dat [geintimeerde] contant bij aflevering zou betalen, nu de chauffeur kwam afleveren en niet heeft geprotesteerd toen [geintimeerde] aan de man betaalde. Of de chauffeur werkelijk hiervan van op de hoogte was, blijkt noch uit die stellingen noch uit de getuigenverklaringen. Alle getuigen hebben verklaard dat de lossing al gaande was toen de man arriveerde en geen van de getuigen heeft verklaard de chauffeur gesproken te hebben, laat staan van de chauffeur begrepen te hebben dat hij iets wist van betalingsafspraken of -gebruiken.
Feiten en omstandigheden waaruit voortvloeit dat Vabix de schijn van vertegenwoordiging heeft gewekt, heeft het hof dan ook niet kunnen vaststellen. [geintimeerde] is niet geslaagd in het leveren van het opgedragen bewijs en heeft derhalve niet bevrijdend betaald.