ECLI:NL:GHSHE:2012:BX1231
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- R. van den Heuvel
- G. Mintjes
- M.L.H.E. Roessingh-Bakels
- Rechtspraak.nl
Beklag ex artikel 13 SV tegen beslissing niet strafrechtelijk vervolgen raadsheer ivm mogelijke valsheid in geschrifte
Op 8 augustus 2011 is een voorlopig klaagschrift ingediend bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch door klager, gericht tegen de beslissing van de officier van justitie om geen strafvervolging in te stellen tegen beklaagde, die als raadsheer werkzaam is bij hetzelfde hof. De voorzitter van de beklagkamer heeft het hof Arnhem verzocht de behandeling van het klaagschrift over te nemen. Het klaagschrift werd op 10 augustus 2011 ter griffie van het hof Arnhem ingediend, met een aanvullend klaagschrift op 23 november 2011.
Klager had in april 2011 aangifte gedaan van valsheid in geschrift door beklaagde, die voorzitter was van de strafkamer in twee strafzaken tegen klager, behandeld op 3 november 2009. De officier van justitie concludeerde echter dat er geen aanknopingspunten waren voor strafvervolging. Het aanvullend klaagschrift richtte zich nog maar op één punt: de onjuiste weergave in de processen-verbaal van de terechtzitting van het laatste woord van klager.
Het hof oordeelde dat klager ontvankelijk was in zijn beklag, maar dat er geen reden was voor nader onderzoek. Klager stelde dat hem het laatste woord was onthouden, maar het hof concludeerde dat dit niet het geval was. De voorzitter van de strafkamer had de bevoegdheid om de zitting te sluiten. Aangezien er geen redelijk vermoeden van een strafbaar feit door beklaagde was, werd het beklag ongegrond verklaard. De beslissing werd genomen door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.