ECLI:NL:GHSHE:2012:BY2859
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- S.M.A.M. Venhuizen
- M. Beekhoven Van den Boezem
- J.C.J. van Craaikamp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging in civiele zaak
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 november 2012, betreft het een incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van de rechtbank Maastricht. De appellante, aangeduid als [appellante], had bij exploot van dagvaarding van 14 augustus 2012 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 18 juli 2012, waarin zij was veroordeeld tot betaling van € 42.345,00 aan de geïntimeerden, aangeduid als [geintimeerden] c.s. De appellante vorderde in het incident dat de tenuitvoerlegging van het vonnis werd geschorst, onder verwijzing naar vermeende juridische misslagen in de eerdere uitspraak.
Het hof heeft de incidentele vordering van de appellante afgewezen. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een evidente juridische of feitelijke misslag die schorsing van de tenuitvoerlegging rechtvaardigde. De argumenten van de appellante, waaronder het niet in behandeling nemen van haar verweer door de rechtbank en de verjaring van de vordering, werden door het hof niet overtuigend geacht. Het hof benadrukte dat de kans van slagen van het rechtsmiddel in de belangenafweging niet in aanmerking genomen dient te worden.
De uitspraak concludeert dat de appellante geen nieuwe omstandigheden heeft aangedragen die een heroverweging van de eerdere beslissing rechtvaardigen. De vorderingen in het incident werden afgewezen, en de appellante werd veroordeeld in de kosten van het incident. De hoofdzaak werd naar de rol verwezen voor het nemen van een memorie van grieven, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden.