ECLI:NL:GHSHE:2012:BY6885
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- T.L.J. Bod
- J.H.C. Schouten
- Rechtspraak.nl
Brandstichting en merkelijke schuld in verzekeringskwestie
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep in een civiele procedure tussen Achmea Schadeverzekeringen N.V. (appellante) en [geïntimeerde] (geïntimeerde) met betrekking tot een verzekering tegen brandschade. De zaak is ontstaan na een brand in het café van [geïntimeerde], dat opzettelijk zou zijn gesticht. Het hof heeft in eerdere tussenarresten, met name op 15 januari 2008 en 19 mei 2009, al verschillende beslissingen genomen over de bewijsvoering en de rol van de getuigen. In het arrest van 18 december 2012 heeft het hof vastgesteld dat [geïntimeerde] de laatst aanwezige was in het pand en dat hij het pand bij vertrek heeft afgesloten. Er zijn geen sporen van braak aangetroffen, en de reservesleutel was op de gebruikelijke plaats aangetroffen. Dit alles wijst erop dat de brand door een sleutelhouder is gesticht, waarbij [geïntimeerde] als de meest waarschijnlijke dader naar voren komt. Het hof heeft ook overwogen dat [geïntimeerde] ten tijde van de brand in financiële problemen verkeerde, wat een mogelijk motief voor de brandstichting zou kunnen zijn. De getuigenverklaringen van zowel [geïntimeerde] als de getuigen die door hem zijn gehoord, zijn in onderling verband beoordeeld. Het hof concludeert dat Interpolis, de verzekeraar, is geslaagd in het bewijs dat geen van de andere sleutelhouders betrokken was bij de brandstichting. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank van 15 december 2004 voor zover het betreft de financiële situatie van [geïntimeerde] en wijst de vorderingen van [geïntimeerde] in conventie af. Tevens wordt [geïntimeerde] veroordeeld in de kosten van de procedure.