ECLI:NL:GHSHE:2012:BZ0828

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Wr 177-17-2012
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek na uitspraak in de hoofdzaak niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 november 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek dat was ingediend door verzoeker X, wonende te Y. Het wrakingsverzoek was gedateerd op 22 oktober 2012, maar werd pas op 29 oktober 2012 door het Hof ontvangen, na de uitspraak in de hoofdzaak op 25 oktober 2012. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek te laat is ingediend, waardoor verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek. Dit betekent dat het Hof niet toekomt aan een inhoudelijke behandeling van het wrakingsverzoek.

De procedure begon op 11 oktober 2012, toen de meervoudige belastingkamer van het Hof de zaak met kenmerk 12/00132 behandelde, waarbij verzoeker als belanghebbende betrokken was. Na sluiting van het onderzoek werd medegedeeld dat de uitspraak op 25 oktober 2012 zou volgen. Het wrakingsverzoek, dat door verzoeker was ingediend, kwam pas na deze uitspraak bij het Hof aan.

De wrakingskamer heeft verzoeker de gelegenheid gegeven om te reageren op de constatering dat het verzoek te laat was ingediend. Verzoeker heeft echter besloten niet meer schriftelijk te reageren, maar bij zijn verzoek te blijven. De wet staat geen wrakingsverzoek toe na de uitspraak in de hoofdzaak, wat leidde tot de beslissing van het Hof om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak werd gedaan door de rechters N.J.M. van Etten, J.C.A.M. Claassens en P.C. van der Vegt, waarbij laatstgenoemde niet in staat was om de uitspraak mede te ondertekenen.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Wrakingskamer
registratienummer wraking Wr 177-17-2012
datum beslissing 16 november 2012
beslissing op het verzoek als bedoeld in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in de zaak van
X
wonende te Y,
hierna te noemen: "verzoeker",
strekkende tot wraking van mr. P.J.M. Bongaarts, mr. P. Fortuin en mr. W.E.M. van Nispen tot Sevenaer.
1. Het procesverloop
Op 11 oktober 2012 is ter zitting van de meervoudige belastingkamer van het Hof de zaak met kenmerk 12/00132 behandeld. Bij die zaak is verzoeker betrokken als belanghebbende. Na sluiting van het onderzoek heeft de voorzitter medegedeeld dat het hof over veertien dagen, dat is op 25 oktober 2012, mondeling uitspraak zal doen.
Op 25 oktober 2012 heeft de meervoudige belastingkamer uitspraak gedaan in de genoemde zaak (12/00132).
Bij brief, gedateerd op 22 oktober 2012, door het Hof ontvangen op 29 oktober 2012, heeft verzoeker zich tot het gerechtshof gewend met een verzoek tot wraking van de behandelend kamer van het gerechtshof.
Bij brief van 8 november 2012 heeft de wrakingskamer verzoeker in de gelegenheid gesteld te reageren op de constatering van de wrakingskamer dat het verzoek tot wraking is ingediend nadat uitspraak was gedaan.
Verzoeker heeft op 12 november 2012 telefonisch - kort gezegd - laten weten niet meer schriftelijk te willen reageren. Hij blijft bij zijn verzoek.
2. De ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek
Ingevolge artikel 8:15 Awb en de geldende jurisprudentie is het niet mogelijk om, wanneer de behandeling van een zaak is geëindigd door het geven van een uitspraak, wraking te verzoeken van de rechters of raadsheren die deze uitspraak hebben gedaan. Een na de sluiting van het onderzoek schriftelijk ingediend wrakingsverzoek is tijdig gedaan indien het voorafgaande aan de uitspraak bij het gerecht is ingekomen en wel op een zodanig tijdstip dat de betrokken rechter(s) of raadsheren daarvan redelijkerwijs nog kennis konden nemen. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van indiening van een wrakingsverzoek nadat uitspraak is gedaan in de hoofdzaak.
In onderhavige zaak is door de belastingkamer van het Hof uitspraak gedaan op 25 oktober 2012. Het wrakingsverzoek is door de verzoeker zelf gedateerd op 22 oktober 2012. Het is verzonden aan het Hof in een enveloppe met een poststempel d.d. 26 oktober 2012 en binnengekomen ter griffie van het Hof op 29 oktober 2012. Derhalve is het wrakingsverzoek pas na de uitspraak in de hoofdzaak ontvangen door het Hof.
De conclusie luidt dat het verzoek te laat is gedaan, zodat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek.
Aan een inhoudelijke behandeling van het verzoek komt het Hof daarom niet toe.
3. De beslissing
Het Hof:
verklaart verzoeker in zijn verzoek niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mrs. N.J.M. van Etten, J.C.A.M. Claassens en P.C. van der Vegt en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2012.
Mr van der Vegt is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.