ECLI:NL:GHSHE:2013:1291

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 maart 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
HD 200.082.970-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming en vervanging van deskundigen in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van Achmea Schadeverzekeringen N.V. tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De zaak draait om de vraag of er sprake is van merkelijke schuld of opzet in het kader van een brandverzekering. Het hof heeft eerder, in een tussenarrest van 26 februari 2013, twee deskundigen benoemd om de zaak verder te onderzoeken. Echter, deskundige Mommers heeft aangegeven dat er misverstanden zijn geweest omtrent zijn benoeming, waardoor hij zijn rol niet zonder meer kan aanvaarden. Het hof heeft daarom besloten om de benoeming van Mommers in te trekken en een andere deskundige aan te wijzen voor de beantwoording van specifieke vragen die in het tussenarrest zijn geformuleerd. Het hof heeft partijen aangespoord om gezamenlijk een voorstel te doen voor de benoeming van een nieuwe deskundige. Tevens is er een procedurele regeling getroffen voor het indienen van aktes door beide partijen, zodat zij op elkaars standpunten kunnen reageren. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en het hof heeft bepaald dat de nieuwe deskundige, Ing. M.P. de Feijter, zijn onderzoek kan starten zodra hij daarvan bericht ontvangt. De uitspraak is gedaan op 19 maart 2013 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.082.970
arrest van 19 maart 2013
in de zaak van
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
(voorheen N.V. Interpolis Schade)
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
advocaat: mr. B.M. Stroetinga,
tegen:
[de man],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde in principaal appel,
appellant in incidenteel appel,
advocaat: mr. M.F.J.J.M. Tijssen,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 26 februari 2013 in het hoger beroep van het door de rechtbank Breda onder zaak/rolnr. 207999/HA ZA 09-1547 gewezen vonnis van 2 februari 2011.

14.Het tussenarrest van 26 februari 2013

Bij genoemd arrest heeft het hof, na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld zich daarover uit te laten, twee deskundigen benoemd. Voor het overige is iedere verdere beslissing aangehouden.

15.Het verdere verloop van de procedure

15.1.
Deskundige Mommers heeft het hof laten weten dat er ten aanzien van de mogelijkheid van zijn benoeming in deze zaak sprake is geweest van een misverstand bij de instelling waar hij bij is aangesloten. Naar het hof begrijpt, heeft deskundige Mommers zodanige twijfels dat hij zijn benoeming niet zonder meer wil aanvaarden.
15.2.
Gelet daarop acht het hof termen aanwezig om de benoeming van deskundige Mommers in te trekken en een andere deskundige in zijn plaats te benoemen, ter beantwoording van de in het bovengenoemde tussenarrest opgenomen vragen 4 en 5 (r.o. 12.6.3. van bovengenoemd tussenarrest).
15.3.
Met inachtneming van artikel 194 lid 4 Rv stelt het hof partijen in de gelegenheid om zich,
uitsluitend over de vervanging van deskundige Mommers, uit te laten. Mede gelet op het aantal deskundigen waartegen ofwel Achmea ofwel [geïntimeerde] bezwaren kenbaar heeft gemaakt in de eerdere akten, geeft het hof Achmea en [geïntimeerde] dringend in overweging om een eensluidend voorstel te doen voor benoeming van een deskundige voor beantwoording van genoemde vragen 4 en 5.
15.4.
Gelet op een goede voortgang van de zaak acht het hof het geraden dat partijen hun akte gelijktijdig nemen, waarbij zij hun akte echter op voorhand (uiterlijk een week voorafgaande aan de roldatum waarop deze moet worden genomen) aan elkaar toezenden. Aldus kan op de inhoud van de akte van de wederpartij worden gereageerd, door onder de eigen akte een zeer beknopte reactie op te nemen.
15.5.
Vervolgens zal het hof overgaan tot benoeming van een nieuwe deskundige voor beantwoording van genoemde vragen 4 en 5.
15.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

16.De uitspraak

Het hof:
trekt de in het tussenarrest van 26 februari 2013 vermelde benoeming van Drs J.H.M. Mommers tot deskundige in de onderhavige zaak in;
verwijst de zaak naar de rol van 16 april 2013 voor akte van de zijde van beide partijen, uitsluitend met de in rechtsoverweging 15.3. vermelde doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in rechtsoverweging 15.4.;
bepaalt dat de in het tussenarrest van 26 februari 2013 eveneens tot deskundige benoemde Ing. M.P. de Feijter al met zijn onderzoek kan beginnen, zodra daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan Drs J.H.M. Mommers en Ing. M.P. de Feijter toezendt;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. T. Rothuizen-van Dijk, M.B. Beekhoven van den Boezem en P.M. Arnoldus-Smit en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 maart 2013.